“Alle geloof is bijgeloof”, zei de Joodse vader van een jeugdvriend ooit tegen me.
Het was een eyeopener. Het katholieke geloof, waarmee ik opgroeide, zei ik jaren daarvoor al vaarwel.
Ik hield er wel een blijvende belangstelling aan over voor religie, filosofie en spiritualiteit.
Ook bleef ik altijd de Bijbel lezen, vooral om dat perfide christendom fanatieker te kunnen bestrijden. Alle andere grote religies zijn trouwens ook ruk.
Wat de Bijbel betreft lees ik nog altijd graag Hooglied, Openbaringen en vooral Prediker.
De rest moet bedacht zijn door een boze gnoom op een onweerswolk. Wat een bloedvergieten, wat een etnische zuiveringen.
En dan die humorloze drammer J. Christus. Heel terecht dat de Romeinen hem kruisigden. Ik bedoel: als je tegenwoordig beweert dat je de zoon van God bent, krijg je antipsychotica en mag je naar de separeer.
Ook tijdens drie rondreizen door India kon ik van het hindoeïsme geen chocola maken. Maar de mystieke Upanishads, deel van de Vedische geschriften, zijn tijdloos wijs.
De Islam sla ik over wegens hoofdpijnfactor, al acht ik het terecht en goed dat moslims rente haram vinden.
Het boeddhisme wordt overschat. Reizen naar Japan, China, India en Myanmar leerden me dat westerse boeddhisten niet helemaal snappen hoe Aziaten hun toewijding tot Siddharta beleven.
Mijn Japanse ex-vrouw vond het tamelijk komisch dat ik jarenlang mediterend op een kussen aan zen deed.
Ze leerde mij dat de meeste Aziatische boeddhisten meditatie maar tijdverlies vinden, ook monniken en nonnen.
Dat ik zat te mediteren in een groep zennies die monnikspijen droegen, vond ze regelrecht lachwekkend.
“Jullie westerlingen verwarren de parafernalia van de oosterse wijsheid met die wijsheid zelf”, zei mijn ex altijd.
Ik denk dat ze gelijk had.
Zelf bad ze iedere dag voor een boeddhabeeld, naar eigen zeggen om haar carrière een boost te geven.
Ik kon niet ontkennen dat het hielp.
Ook van andere Aziaten leerde ik dat ze niet op de laatste plaats baden of een tempel bezochten uit geldelijk gewin en niet zozeer om in het nirvana te komen.
De staat van verlichting bereiken, wat veel westerse boeddhisten ambiëren, is wel het laatste wat ze interesseert.
Ze geloven er meestal niet eens in.
Tussen de bedrijven door verdiepte ik me jarenlang ook in het sjamanisme. Erg interessant, maar ik werd er net niet psychotisch van. Blijf daarom altijd ver uit de buurt van types die zich sjamanistische healers noemen. Ze zijn alleen maar uit op je geld, en het zijn oplichters.
En nu naar de winnaar van het Eurovisie Religiefestival: het taoïsme.
Dat is van oudsher geen godsdienst, maar een Chinese filosofie zonder goden en dogma’s.
Er zijn maar twee taoïstische geschriften: Het boek van de tao, van Lao Tze, en De volledige geschriften van Zhuang Zi.
Lees die boeken. Ze zijn raadselachtig, humoristisch en anarchistisch.
Het taoïsme relativeert alles, ook zichzelf.
Het hielp me om iedere dag in de lach te schieten om de chronische aandoeningen die sinds vijftien jaar mijn lichaam en geest teisteren.