Jaren geleden, toen ik nog geen boeddhist was, kwam ik op een bizarre manier in aanraking met het Tantrisch boeddhisme, via een Zwitserse herbergier nog wel.
Op doorreis door Zwitserland belandde ik laat op een avond bij toeval in een piepklein bergdorpje. Dat heet in mijn herinnering om één of andere reden ‘Reinstübli’, maar op de kaart van Zwitserland vind ik geen naam terug die daarop lijkt. Achteraf is het bovendien alsof het dorpje maar één bewoner telde: de herbergier. De man bood mij geen hotelkamer aan maar -voor een kleine meerprijs- een authentieke Alpense blokhut die bedoeld bleek voor wel acht personen, wat een onschuldige overnachting de allure gaf van een verblijf in een bezinningsoord.
Ik weet achteraf niet meer precies wat realiteit was en wat inbeelding. Zo is het interessant dat ik me tot nu toe meende te herinneren dat ik via de herbergier een typisch Zwitserse uitdrukking leerde kennen: ‘Wenn es nicht wahr ist, so ist es doch gut erfunden.’ Als boeddhist en als schrijver doe ik inmiddels aan factchecking en blijkt nu dat de zegswijze in feite een citaat is van de Italiaanse schrijver Bruno Giordano en dat het oorspronkelijk was: ‘Si non è vero è ben trovato.’
Ik kon genieten van een typisch Zwitsers avondmaal in de herberg. Ik bleek de enige gast te zijn en zat wat verloren in de ruime gelagzaal. Misschien uit mededogen, maar waarschijnlijk uit pure verveling, kwam de herbergier me tijdens het dessert gezelschap houden. Hij vertelde mij met smaak een onwaarschijnlijk verhaal over Tantrische seks. Een paar weken eerder logeerden zes Australiërs in mijn blokhut. Ze verzochten uitdrukkelijk om niet gestoord te worden. Het waren vijf mannen en een vrouw en de herbergier dacht meteen aan allerlei perverse activiteiten. En inderdaad, in het midden van elk van de vijf nachten weerklonk een uitzinnige schreeuw door de vallei. Het geluid had iets gepijnigds en een vreemde, metalige nagalm. Het bleef telkens bij één kreet en bleef daarna doodstil.
De herbergier deed eerst zwakke pogingen om niet helemaal toe te geven aan zijn achterdocht tegenover de Australiërs. De eerste verklaring waaraan hij dacht was een alpenhoorn. Dat is nu gewoon een muziekinstrument maar wel erg groot om ’s nachts één noot op te spelen. Vroeger gebruikten herders het als een lokmiddel om hun koeien naar de stal te krijgen of om de dieren rustig te houden tijdens het melken. Maar er waren in deze streek al lang geen herders meer. Dat de Australiërs zo’n zwaar instrument in hun bagage hadden om er in het midden van de nacht één noot op te spelen, was ook erg onwaarschijnlijk. En dan was er de mogelijkheid van iemand, een vreemde, in nood. Maar iemand in nood die één noodkreet slaakt en dan stil blijft, en dat elke nacht herhaalt? Door neutrale deductie bleef toch enkel de conclusie over dat de Australiërs de schuldigen waren. Het simpele bewijs was dat, toen zij vertrokken, de verontrustende geluiden meteen ophielden.
De ontknoping kwam achteraf in een mail van de Australische vrouw. Het bleek om een workshop Tantrisch boeddhisme te gaan, met nadruk op de praktijk. De vrouw en haar partner waren de begeleiders, en de vier andere mannelijke deelnemers kregen een intense training op maat aangeboden.
De vrouw putte zich eerst uit in verontschuldigingen over de geluidsoverlast maar probeerde in haar mail toch vooral aan te tonen dat tantrisme om veel méér dan enkel seks gaat, het enige aspect dat onze westerse geest er meestal uitpikt. Tantra is juist omgekeerd een training in zelfbeheersing. Met enig enthousiasme legde de herbergier mij uit dat je genot kan zien als oefening in aandachtig zijn, en dat je in plaats van opwinding zo snel mogelijk tot een piek te laten leiden, je seksuele energie kan leren opbouwen en weer afnemen. Die energie kanaliseer je via de ruggengraat naar het hoofd tot je in een langgerekt ‘dalorgasme’ belandt dat de uiting is van een verhevigd bewustzijn.
Eén van de deelnemers was de leerstof al te enthousiast beginnen toepassen. Hij was al halfweg in de opzet van de training geraakt. Hij had tijdens het nachtelijk masturberen zoveel seksuele energie opgebouwd dat die tot een ware explosie leidde. Omdat de blokhut maar vier kamers had, sliep de deelnemer in kwestie in de woonkamer, vlakbij de open haard. Toen hij klaarkwam, werd zijn onbeheersbare kreet van genot opgevangen door de open haard, steeg versterkt op door de schouw, om dan triomfantelijk te weerkaatsen in de vallei.