Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. Hoeveel afleveringen deze serie gaat tellen, is pas na de laatste aflevering bekend. Deze keer:
Door het dal van de schaduw des doods
Het einde der tijden duidt in de Lotus-soetra op het einde van deze aardbol. Dat einde komt er. Zeer waarschijnlijk komt het einde van de mensheid een stuk eerder. Lang voordat een tot rode reus uitdijende zon de planeet aarde opslokt, zullen de omstandigheden hier ter plekke namelijk zodanig zijn dat er geen enkel leven meer is. Dat zeg ik niet, dat zeggen wetenschappers en die hebben ervoor gestudeerd om het te kunnen weten, al is dat geen garantie dat wat zij beweren ook klopt. Maar wees hoe dan ook gerust, de menselijke beschaving kan zichzelf waarschijnlijk nog duizenden keren volledig te gronde richten, herrijzen en weer vernietigen, zoals wellicht in het verleden ook vaker is gebeurd, voordat de planeet aarde verdampt. En als het zover is -zoveel is inmiddels duidelijk – zal waarschijnlijk niemand een flinter van onze huidige beschaving terug kunnen vinden, net zo min als wij nu een flinter van een beschaving kunnen vinden die er voor ons was! Als die er was. Misschien waren er zelfs meerdere, zoals Atlantis. Niemand weet het. Speculaties? Zeg het maar. Zelf heb ik geen flauw idee.
Het einde der tijden slaat in ieder geval niet op het rijk van de Eeuwige Boeddha. Dat kan niet kapot. In de eerste plaats kan dat niet omdat iets dat geen begin heeft en niet bestaat nooit tot een einde kan komen. Tijd! Tijd is een gevolg van veranderingen. Waar niets verandert, is tijd afwezig. Tijd ontstaat als er iets verandert. Op zichzelf bestaat het niet, is mijn stellige overtuiging. Tijd is – denk ik – niets anders dan het meetbare verschil tussen twee Zijnstoestanden. En of het verschil tussen die twee toestanden nu 1 nanoseconde is of 27 miljard jaar, dat maakt voor het principe niks uit. In plaats van over het einde der tijden te spreken, is het daarom mijns beter om te spreken van het einde van alle veranderen. Als alles blijft zoals het is, onbeweeglijk hetzelfde… is er geen tijd. In de tweede plaats kan het rijk van de Eeuwige Boeddha niet kapot omdat het alles is wat er is. Het alternatief zou zijn: niets! Maar niets is ook iets. Toch? Het rijk van de Eeuwige Boeddha is zowel iets als niets, of, als je dat liever hebt: het is noch iets noch niets. Wat je ook (be)denkt, het blijft voor de menselijke geest onvoorstelbaar, dus probeer het je ook maar niet voor te stellen. Ik doe zelf geen enkele poging (meer). Ik geloof het wel.
Nu zeggen commentatoren op de Lotus-Soetra weliswaar dat de wereld van de Eeuwige Boeddha niet vernietigd kan worden, ze zeggen ook dat het er altijd mooi, vredig, heerlijk en rustig is. Maar dat is ook niets anders dan een aanname. Maar ja, ik denk dat Shakyamuni zelf ook niet bij zijn discipelen aan kon komen met: “Mijn rijk is onvoorstelbaar en doe daarom maar geen poging het je voor te stellen…” Daarmee zou hij – vrees ik – niemand over de streep trekken om zijn levenswijze te veranderen. Er zijn mensen die zichzelf letterlijk pijnigen omdat het lijden dat zij zichzelf daarmee aandoen hen tenminste de ervaring oplevert dat ze bestaan. Hoe aantrekkelijk is dan: niks. Of hoe aantrekkelijk is dan: alles en niks tegelijk…. En ga zo maar door. Dat is allemaal te vaag.
Boeddha zegt: “Ik weet het, mijn Zuiver Land wordt nooit vernietigd. Maar velen zien in werkelijkheid in hun waan alleen als verdrietig en verschrikkelijk. Zij zien alleen een akelig land, platgebrand. Dat komt doordat ze belast zijn met kwaadaardige zonden. Zij zijn tot ons gekomen uit een eeuwenoud verleden, en hebben van de drie heilige schatten nooit gehoord!”
Zonden? In het boeddhisme betekent zondigen dat het doel is of wordt gemist. Een zondaar is iemand die zijn doel voorbijschiet. Hij of zij is daardoor niet direct een slecht mens. Je kunt immers als mens met de beste bedoelingen toch de verkeerde kant opgaan. Niemand verdwaalt met opzet.
Drie heilige schatten? Dat zijn: Boeddha zelf, zijn leer en de gemeenschap, onder boeddhisten beter bekent als de Boeddha, de Dharma en de Sangha; de hoekstenen van het boeddhisme. Over Boeddha hebben we het inmiddels genoeg gehad. Hij is de waarheid of de Wet in levende lijven (Vergelijk dat eens met: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”; Joh.14:6) Over de Dharma worden boeken vol geschreven en ook deze serie over de Lotus-soetra gaat er grotendeels over. En met de Sangha doelt Boeddha hier op al zijn trouwe volgelingen die niets liever willen dan zijn leer volgen en beoefenen. Zie het als een kudde schapen die een herder volgt. Dat laatste is trouwens een beeld dat christelijke bodhisattva’s graag uitdragen.
Tot slot nog een paar opbeurende woorden van Shakyamuni: “U die wijsheid zoekt, twijfel niet aan mijn woorden! Verdrijf alle dwaling uit uw hart. Ook al zeg ik dat ik sterf voor het welzijn van de mensen, ik blijf altijd bij u, op vele plaatsen. Wat ik doe is geen bedrog. Als geneesheer en goede vader (zie vorige bijdrage) heb ik aan mijn verdwaasde kinderen laten melden dat ik dood was, maar ik ben geen bedrieger. Ik ben de vader van alle levende wezens. Ik verdrijf alle ellende. Ik heel alle pijn. Ik leef, ook al zeg ik dat ik dood ben, om de verblinde mensen te redden… Mijn hart gaat (ook) uit naar alle verdwaalde schapen, en naar mijn getrouwen op het juiste pad. Ik geef ieder wat hem (of haar) het beste past. … “
Doe jezelf eens een lol, en lees ter vergelijking eens Psalm 23: De Heer is mijn herder… En doe dat eens op de volgende manier:
Boeddha is mijn Herder, mij ontbreekt niets.
Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
Hij verkwikt mijn ziel, en leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam.
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want de Eeuwige Boeddha is met mij;
De Dharma vertroost mij.
Hij maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders;
Hij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen, al de dagen van mijn leven.
Ik zal tot in lengte van dagen de drie schatten koesteren.
Siebe zegt
Ja, hoe zit het nou? Leert de Boeddha dan toch dat als je bevrijd bent na de dood eeuwig zal voortbestaan als individu in het zuivere land en altijd gelukkig zal zijn? Of leert de Boeddha dat zoiets volkomen onmogelijk is aangezien er geen eeuwig uniek en individueel zelf is, geen ziel?
Dharmapelgrim zegt
De Boeddha leert (volgens mij) dat het antwoord op jouw vraag alleen door jou gevonden kan worden. Ieder mens zal op eigen vragen dat antwoord zelf moeten vinden. Wij kunnen elkaar wel helpen, door gestelde vragen en gevonden antwoorden met elkaar te delen, maar het kennen van het antwoord is totaal iets anders dan het realiseren van dat antwoord.