Er zijn weinig woorden in de Pali-taal die zoveel kunnen betekenen als het woord dhamma : onder andere wet, plicht, recht, leer, ding. Als het onvertaald blijft, en men van de Dhamma spreekt, wordt er gewoonlijk de Leer van de Boeddha mee bedoeld. De andere betekenissen spelen mee, want deze leer is niet een willekeurige persoonlijke opvatting van iemand die lang geleden geleefd heeft, maar de uitdrukking van inzicht in de diepere werkelijkheid die achter de alledaagse werkelijkheid schuil gaat en die al voor de geboorte van de historische Boeddha in het Sanskriet dharma werd genoemd: de goddelijke wetmatigheid waaraan de mensen ook hun plichten en rechten ontleenden.
De Dhamma is een van de drie juwelen van het boeddhisme. Wie voor het boeddhistische pad gekozen heeft, doet er goed aan regelmatig zijn waardering uit te spreken voor Boeddha, Dhamma en Sangha, en in dit drietal ook zijn veiligheid te zoeken. Vele mensen zijn bekend met de formule voor de toevlucht tot de drie juwelen, en wellicht ook met de formule voor de Dhamma-overpeinzing, Dhammanusati, waar de grote kwaliteiten van de Leer overwogen worden. Boersma wil met de vertaling van de Dhammapada op een andere manier eer bewijzen aan de Dhamma: door de woorden voor ogen te houden die het Dhammapada eraan wijdt.
60
De nacht is lang voor wie niet slapen kan.
De mijl is lang voor wie is uitgeput.
En lang is ook Samsara voor de dwaas,
Die onbekend is met de Ware Leer.
Samsara is het alsmaar ronddraaien in de wereld van de zintuigen. ‘Mallemolen’ is een ietwat overdreven, maar niet geheel onjuiste vertaling. Men kan de uiterlijke wereld als een mallemolen opvatten, ook als men niet in wedergeboorte gelooft: zonder de Leer is het leven een zware beproeving. De klassieke uitleg echter is dat wie niet de wegwijzer naar de uitgang (nirwana) heeft, steeds maar weer wordt wedergeboren. Met de ‘Ware Leer’ wordt niet een tekst bedoeld die als exclusieve waarheid boven andere religieuze teksten gesteld wordt. Het is een vertaling van saddhamma, dat ook wel vertaald kan worden met Goede Leer.
Voor mensen die zich al enige tijd op het pad bevinden wordt de Dhamma vaak een bron van vreugde. Juist dat aspect komt in het Dhammapada goed tot uiting, in maar liefst drie verzen.
Hoe ben je op het idee gekomen om de Dhammapada te vertalen en het in boekvorm uit te geven?
‘Zo halverwege het eerste decennium van deze eeuw begon het tamelijk ongemerkt. Als ik voor een artikel of voor een toespraak een vers uit het Dhammapada wilde aanhalen, konden bestaande vertalingen me meestal niet bevredigen. Ik begreep ze niet of ik vond hun vorm te lelijk. Misschien lag het aan mijn eigen onvermogen, misschien ook stelde ik te hoge esthetische eisen, maar het gevolg was dat ik besloot om zelf zo nu en dan een vers te vertalen. Op die manier kon ik verzen gebruiken die ik had doorleefd, die ritme vertoonden, kortom waar ik helemaal achter stond. Toen ik er enkele tientallen had geproduceerd, kwam ik rond 2010 op het idee om alle 423 te gaan vertalen. Achteraf gezien moet dat als een hoogmoedig idee beschouwd worden. Als ik geweten had hoeveel tijd en moeite het project zou kosten, was ik er beslist niet aan begonnen!
Naar mijn mening is ritme een belangrijk, maar in onze tijd onderschat gegeven. Ik vertaalde wel ritmisch maar niet metrisch: het aantal lettergrepen per regel varieerde aanzienlijk, ook binnen een vers. Weinig vermoedde ik dat dit slechts een vooroefening was. Eind 2011 deed ik weer iets hoogmoedigs. Ik belde met uitgever Gerolf ’t Hooft van Asoka of hij misschien belangstelling had. Zijn antwoord kwam als een verrassing. Het zou pas echt interessant zijn als de vertaling volkomen metrisch was. Mij was geen metrische vertaling bekend, en ik achtte zo iets nauwelijks mogelijk. Het was me opgevallen dat voor velen een prozavertaling al te moeilijk was: er bestaan van het Dhammapada heel wat fantasievertalingen die zich ver van de oorspronkelijke tekst begeven. Hoeveel moeilijker was dan niet een poëzievertaling! Maar ’t Hooft had ervaring met de metrische vertaling van Eerwaarde Nyanatiloka in het Duits en stuurde me deze toe.
Het lukte! Weliswaar niet steeds met precies dezelfde hoeveelheid lettergrepen als in het origineel, maar de meeste achtlettergreperige regels kon ik ook in het Nederlands in acht lettergrepen vangen. Voor sommige andere had ik tien lettergrepen nodig.’
79
Wie door de Leer begeesterd is:
Hij voelt zich goed, met klare geest.
De wijze mens geniet steeds weer
De Leer onthuld door d’ Edelen.
De Edelen zijn de leerlingen van de Boeddha die een van de vier mogelijke verlichtingservaringen hebben gehad. Pas bij de vierde soort treedt er volledige verlichting op. Dit vers spreekt ondubbelzinnig uit dat de aanraking met de Leer voor iemand die daarvoor ontvankelijk is tot emotioneel welbevinden leidt. Deze aangename gevoelens zijn van verheven aard, een voorbeeld van niramisa vedana. Zij zijn geheel anders dan de gevoelens die door de zintuigen worden opgewekt (samisa vedana genoemd).
Wanneer kwam de vertaling echt op gang?
‘In het voorjaar van 2012 had ik veel tijd, en ik begon toen op volle toeren te werken. Ik stortte me in een spannend en wonderbaarlijk proces. Ik had dezelfde ervaring die veel dichters hebben: dat de druk om binnen een bepaald metrum te blijven de creativiteit niet doodt, maar juist tot grote hoogten opvoert. De verzen werden korter, maar sprekender. Het vertaalproces gaf een diepe bevrediging, niet alleen door de voelbare aanwezigheid van de Dhamma, maar ook doordat het telkens weer lukte het metrum te handhaven. Op sommige momenten raakte ik zo geconcentreerd dat als ik een vertaalprobleem formuleerde meteen het antwoord omhoog kwam. Alsof de engelen hielpen. Ik ontdekte dat er steeds weer verbeteringen mogelijk zijn. Een werk als dit is nooit af, als je je ogen open hebt. Dat geldt natuurlijk voor alles wat mensen doen. Vergankelijkheid en onvolmaaktheid horen bij elkaar. De perfectie kan alleen benaderd worden.
De dhamma-vreugde heeft het mij mogelijk gemaakt meer dan duizend uren in dit vertaalproject te steken. Het verschijnsel dhamma-vreugde, dat in de klassieke literatuur, en met name in het Dhammapada, genoemd wordt, is de vreugde die ontstaat wanneer iemand de leer echt tot zich neemt, men zou kunnen zeggen: de dhamma smaakt. Men beseft in de aanwezigheid van iets groots en nobels te verkeren. Het gaat verder dan alleen geïnspireerd zijn door de Leer. Dhammavreugdes zijn bloemen op het spirituele pad dat de Boeddha heeft uitgestippeld.’
205
Wie ooit de smaak van afzond’ring,
Van diepe vrede heeft geproefd,
Wordt vrij van angst, en vrij van kwaad,
Geniet de smaak van Dhamma-vreugd.
‘Dhamma-vreugd’ is een vertaling van dhamma-pīti, een woord dat ook in de eerste regel van vers 79 staat en daar met begeestering is vertaald. Het woord ‘afzondering’ heeft niet alleen een letterlijke, maar ook een figuurlijke betekenis. Het is niet alleen een afzondering van de drukke wereld, maar ook een afstand nemen van gehechtheden.
Andere auteurs hebben zich ook aan het vertalen van deze tekst gewijd. Wat heeft jouw vertaling voor meerwaarde?
‘Van het Dhammapada bestaan er in het Engels maar liefst vijftig vertalingen en in het Nederlands een stuk of vijf. Waarom dan een nieuwe vertaling van deze boeddhistische klassieker? Deze vraag heb ik me in het begin niet gesteld: ik werd spelenderwijs het vertaalproces in getrokken. Maar ze verdient wel een antwoord nu het resultaat van dit proces in druk verschijnt. En dit antwoord moet gezocht worden in het bijzondere karakter van het Dhammapada: een verzameling van gouden spreuken die het waard zijn om goed tot zich door te laten dringen. Het betreft hier geen informatie die even snel opgenomen moet worden, geen feitenkennis, geen verzameling weetjes, maar een visie op mens en wereld die opbeurend en bevrijdend kan werken. Het goed tot zich door laten dringen van dingen kan men als kenmerk- en zelfs doel van alle spiritualiteit opvatten, maar dit geldt in het bijzonder voor compacte, poëtische en diepgravende gezegden uit een traditionele cultuur. Welnu, bij dit tot zich door laten dringen heeft de eigen taal altijd een voorsprong ten opzichte van aangeleerde talen. Deze reikt altijd dieper, zoals bijvoorbeeld blijkt wanneer we boos of vermoeid zijn. Het eerste deel van het antwoord is dus dat dit een Nederlandse vertaling is. Het Nederlandse karakter is bewust in stand gehouden door zo weinig mogelijk woorden van vreemde herkomst in de verzen op te nemen. Een ander element dat een grondige opname van de stof ondersteunt is ritme. Ritme is leven; ritme werkt ook op onbewust niveau.
Het tweede deel van het antwoord is dat er in het Nederlands nog geen ritmische vertaling was. De voorliggende vertaling is niet alleen ritmisch, maar ook metrisch: ze handhaaft zoveel mogelijk het originele aantal lettergrepen en gebruikt als versvoet meestal de jambe, soms ook trochee. Het metrum ondersteunt niet alleen de opname maar ook het onthouden van de verzen. Dit was in het mondelinge tijdperk waarin het Dhammapada ontstond een noodzaak, en nu niet meer, maar waarom zou iemand die zijn leven in het teken van de spiritualiteit stelt, ook niet in de 21ste eeuw enkele essentiële verzen uit zijn hoofd kunnen leren?
354
De Dhamma-gift steekt boven alle giften uit.
De Dhamma-smaak steekt boven alle smaken uit.
De Dhamma-vreugd steekt boven alle vreugdes uit.
Het eind van dorst tilt boven al het lijden uit.
Het derde vers dat over de dhamma-vreugde gaat, en het meest beroemde. Met drie herhalingen wordt een fraaie climax opgebouwd. Het begint met het geven van de Dhamma: dat kan het schenken van een boek zijn, maar ook dhamma-instructie tijdens een retraite. Dan komt het proeven van de Dhamma in beeld: het werkelijk tot zich nemen. Dan komt de vreugde in de Dhamma ter sprake: de verheven gevoelens die kunnen optreden als men enigszins gevorderd is op het pad. Deze vreugde maakt het ook makkelijker voor leraren om dhamma-instructie te geven. Tenslotte de onthulling van de essentie van de Dhamma: de bevrijding en de oorzaak van de gevangenschap. Met ‘dorst’ wordt de begeerte in het algemeen bedoeld: elke vorm van persoonlijk verlangen naar aangename dingen, mensen of situaties.
Welke bronnen heb je geraadpleegd bij jouw vertaling?
‘Ik heb verscheidene teksten geraadpleegd: de Pali-tekst, een Engelse vertaling van Narada Thera, omdat ze degelijk is en de traditie respecteert, de Nederlandse vertaling van Jan de Breet en Rob Janssen, omdat ze van alle Nederlandse vertalingen het nauwst aansluit bij de oorspronkelijke tekst. Ik gebruikte ook de Engelse vertaling van K. P. Sarao, die tegelijk een gids voor vertalers is omdat hier de structuur van de Pali-tekst uitgelegd wordt. En de Duitse vertaling van Eerwaarde Nyanatiloka, omdat ze niet alleen in overeenstemming met de traditie, maar bovendien metrisch is en met verstand van spirituele nuances.
De beginfase was moeilijk, omdat de vertalers elkaar soms tegenspraken en ik het houvast van de originele tekst miste. Toen ik door het boek van Sarao een beter begrip van de Pali-tekst kreeg, voelde ik me zekerder.
De factoren die mijn vertaalkeuzes bepaalden zijn eenheid van gedachte, diepte van gedachte, overeenstemming met het klassieke commentaar, en in geval van twijfel zo letterlijk mogelijk vertalen om verschillende interpretaties erin te houden.’
- Wie leer van ed’len, arahats,
Van naar de Dhamma levenden,
Beschimpt, bespot, die dommerik,
Op grond van slecht gedachtegoed,
Brengt vruchten voort als ’t bamboeriet:
Hem brengend eigen ondergang.
Het bamboeriet bezwijkt, evenals de bananenboom, onder het gewicht van de eigen vruchten. ‘Gedachtegoed’ kan een politieke ideologie, een wereldbeeld of een mensbeeld zijn. Helaas leven in de westelijke wereld veel mensen met een materialistisch wereldbeeld (en dus ‘slecht gedachtegoed’). Spirituele leren van andere culturen bespotten gaat echter nog een stap verder.
Wat betekenen deze teksten voor jou persoonlijk?
‘Deze teksten zijn, zoals alle echte traditionele spirituele teksten, uitdrukking van waarheid die op de bodem van elke mensenziel te vinden is. De grondtekst en de bestaande vertalingen waren voor mij een uitdaging om niet alleen alle mogelijke intellectuele integriteit te mobiliseren, maar ook om de diepte in mezelf te peilen.
Als het werk een klein lichtpuntje zal worden voor Nederlandstaligen die op zoek zijn naar hun spirituele bestemming, zal mij dat dankbaar stemmen. Ik hoop dat mensen die zich al op het boeddhistische pad bevinden door het boek inspiratie en verdieping kunnen vinden.
Dat mensen die interesse voor boeddhisme hebben, gestimuleerd worden tot verdere studie en meditatiebeoefening. Dat mensen die zich op een ander spiritueel pad bevinden zich een beeld kunnen vormen van een pad dat het zonder goden stelt, en dat zij genoeg herkenningspunten zullen tegenkomen om de eenheid der religies te kunnen vermoeden.’
364
Wie vreugde in de Dhamma schept,
De Dhamma grondig overpeinst,
De Dhamma steeds gedachtig is,
Hij valt de Dhamma nooit meer af.
‘Ik begon spelenderwijs met het vertalen van het Dhammapada, maar gaandeweg werden de eisen hoger en bleek er steeds meer tijd nodig. Het is de Dhamma-vreugd geweest die het mij mogelijk heeft gemaakt meer dan duizend uren in de vertaling van het Dhammapada te steken.’