Het was vannacht tegen enen toen ik de mand opzocht. En was bezig in slaap te vallen toen ik het hoorde: gak, gak, gak. Een vlucht ganzen in de donkere hemelnacht. Ze vlogen over de Kloosterbunker. Komen ze of gaan ze, vroeg ik me af.
Voor mensen geldt: vluchten kan niet meer. Alleen in je geest kan het rustig zijn.
Moedig voorwaarts!
