In het najaar 2021 beloofde ik min of meer een cursus theologie te gaan volgen. De schriftelijke cursus telt maar liefst 48 lessen en ik denk dat er over iedere les ongetwijfeld iets valt te schrijven, doordat de inhoud mij op gedachten zal brengen die ik wel wil delen. Vandaag:
Geloof en ratio
Een rationeel mens gelooft niet, en een gelovig mens is niet rationeel, zei iemand eens tegen mij. En ik dacht, en denk nog steeds: wat een onzin!
Het zou betekenen dat iemand die op de rede vertrouwt, verstandig is en weldoordacht handelt niet gelovig zou kunnen zijn, of dat iemand die gelovig is niet redelijk en nuchter kan zijn of doeltreffend zou kunnen handelen. Zoiets. Daar ben ik het dus niet mee eens. En in de les theologie die over de schijnbare tegenstelling geloof versus ratio gaat, vind ik voldoende stof om mij in mijn stellingname bevestigd te voelen.
Zoals ik al in een vorige bijdrage opmerkte, vind ik mijzelf géén atheïst maar wel een agnost. Ik geloof zeer zeker ergens in, al vind ik het tegelijk vreselijk lastig uit te leggen waarin dan precies. Verder dan: “ik weet het niet” kom ik niet, en eigenlijk hoeft dat van mij ook niet. Iets zeker weten, lijkt mij de dood in de pot. Saaie boel.
Dat er verschil is tussen theorie en praktijk, maakt iedereen dagelijks mee. Steek de straat maar over. Als kind dacht ik: stel dat je iedere seconde op de helft komt van de afstand die je nog af moet leggen om aan de overkant van de straat te komen, dan kom je in de eeuwigheid nooit aan. Je bent in no-time bijna waar je wezen wilt, maar dan stokt het. In theorie kun je namelijk steeds de helft van de helft nemen. Dat kan in theorie tot in het oneindige… en dus heb je een oneindig aantal seconden nodig om de overkant te bereiken. Een oneindig aantal seconden staat mijns inziens gelijk aan: eeuwig! Voor omstanders zal het lijken alsof je bevriest, versteent of wat dan ook, vlak voor je één voet op de door jou zo vurig begeerde overkant kunt zetten…. want je moet eerst de helft van de helft van de helft en ga zo maar door … En toch leert de praktijk dat je die overkant moeiteloos wél bereikt. Sterker nog: iedereen kan dat, doet het en herhaalt het keer op keer. Ergens gaat iedereen tijdens het oversteken van een weg dus een punt over waarop de theorie van de helft van de helft van de helft niet meer werkt. Maar waar? Ik denk dat het met ratio en geloof net zo gaat. Ergens steek je de weg over. Puur rationeel kom je nooit aan… en toch… toch… .
Een rationeel mens gebruikt en vertrouwt op zijn ratio. Meer dan op wat anders! Maar iemand die altijd alleen maar op het gezonde verstand vertrouwt, is in mijn ogen slechts half mens. Het tegenovergestelde van ratio is: emotie. Emoties ofwel gevoelens zijn per definitie niet rationeel. Neem het meest bezongen gevoel, de liefde. Zodra je liefde rationeel benadert, blijft er niks van over. Wat zijn de exacte ingrediënten van de liefde die partners voor elkaar of ouders voor hun kinderen voelen? Ik ken mensen die zielsveel van elkaar en hun kinderen houden. Tegelijk vind ik niet alleen hun onderlinge liefde onbegrijpelijk, maar hun kinderen… ettertjes zijn het! Oordelen mag niet…. maar laat ik het zo zeggen: ik snap niet wat die ouders in elkaar zien en ik zou hun kinderen gewoon terug de baarmoeder in willen duwen. Ik wil maar zeggen … (O, ik zie sommige mensen al naar de ‘reageer’ toets wijzen om een rake opmerking te plaatsen. Ga je gang.)
We hebben het over geloof versus ratio. Het een sluit het ander niet uit. Ze vullen elkaar aan! Met alleen ratio loop je net zo vast als met alleen geloof. Vind ik. Geloof en ratio vormen op gegeven moment een cirkel, waarop niemand meer een begin of eindpunt aan kan wijzen. Je kunt linksom of rechtsom cirkelen, het maakt voor de cirkel zelf niks uit. Ik denk evenwel dat het geen eens een cirkel is, maar een bol…met nog meer richtingen. En het zal (denk ik rationeel en voel ik aan mijn water) uiteindelijk zelfs geen bol blijken, maar een in alle richtingen onbegrensd “iets” dat van oneindig klein naar oneindig groot gaat. Maar nogmaals: ik weet het niet!
“Bid jij wel eens?” Deze vraag is mij wel eens gesteld. Ik heb die vraag toen bevestigend beantwoord.
“En tot wie bid jij dan?” luidde de volgende vraag. Dát wist ik eigenlijk niet. Ik kon wel zeggen tot wie ik mij in ieder geval niet richtte. Maar tot wie of wat dan wel? Dus stelde ik een wedervraag: “Maakt dat wat uit?”
Rob Dequeecker zegt
Mooi dat u schrijft: “Ik denk evenwel dat het geen eens een cirkel is, maar een bol…met nog meer richtingen.” Voor de ene is dit maar een nuance verschil, voor de ander, incl mezelf, een wereld van verschil. Daar waar zien het kennen(ratio) overstijgt. Mooi ❤️🙏
Jacob van Keulen zegt
Aardige vergelijking die (wereld)bol: een wereld van verschil(lende) richtingen/ gezindten ook..