Ik heb af en toe van die dagen dat ik niet vooruit te branden ben. De artrose in het lijf is dan zo prominent dat het heel pijnlijk is om te bewegen. Dan ervaar ik ook nog long coronaklachten, moeheid, vergeetachtigheid, moeite met plannen en problemen met ademhalen. Ja, het is me wat met die Hoek, zegt u nu misschien.
Ik schrijf deze inleiding echter omdat ik verbaal niet kan overbrengen aan dierbaren hoe ik me op zo’n moment voel. Mijn toon is te licht, te vrolijk. Mensen nemen mij niet serieus als ik zeg dat ik long corona-ademhaling-problemen heb omdat ik er ogenschijnlijk zo luchtig over praat. Ik wist dat niet maar mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, zei me dat afgelopen weekeinde. De grootst mogelijke ellende breng ik lichtvoetig, volgens de kleindochter.
Ik ben geen lolbroek en vind mijn toonzetting helemaal niet licht, maar wel in evenwicht, een resultaat van decennia boeddhisme beoefening, geloof ik. Ik spreek de taal van de middenweg, niet te hard, niet te zacht. En dan word je niet serieus genomen.
Ik besloot het anders aan te pakken toen ik weer een aanval van benauwdheid kreeg. Ik zat aan het bureau te werken aan het BD en zei tegen de kleindochter van Thijmen: ‘Kijk naar mij, wie zie je dan?’ Ik zag haar denken: ‘Is de goedmoedige reus gek geworden?’ maar ze sprak mijn naam uit: Joop. Wat zie je dan, vroeg ik. Een dikke man, sprak ze. Ja, maar ook een man die hapt naar asem, reageerde ik. Ze keek me stomverbaasd aan. Ik straalde dat totaal niet uit.
Het best zou ik over de grond moeten rollen, kermen en zeuren, oh, oh, oh, om serieus te worden genomen. Maar zo zit ik niet in elkaar. Het liefst spreek ik met mezelf, in mijn eigen toonsoort. Een paar maanden geleden dacht ik dat ik doodging. Ik zat die avond in Schaap en kreeg bijna totaal geen asem meer. Ik besloot gekleed op bed te gaan liggen dan zouden de jongens van Monuta mij de volgende ochtend wel vinden en kon ik zo worden afgevoerd, zo sprak ik met mezelf af, op rustige toon. De volgende morgen werd ik gewoon weer wakker, zelfs mijn eigen ik, dat niet van zichzelf bestaat, geloofde me niet.
Vanmorgen was het net andersom toen ik naar een sportcentrum hier in de buurt afreisde om er mijn booster prik te halen. De benen liepen slecht dus ik bewoog mij voort met twee krukken en schaarde me in een rij. Het was te overzien, ik kon de wachttijd goed aan. Al duurde het een uur. Voor me stond een vrouw die contact met mij zocht. Ik hou daar niet van, mijn moeder leerde me als kind al niet met vreemde mensen mee te gaan. En ik hou niet van praten.
De vrouw zei tegen mij dat ze het erg vond dat ik geen voorrang kreeg als gekrukte en begon EHBO’ers, prikkers en ander personeel aan te klampen, daarbij wees ze naar mij. In de hal stond ik naast haar, om me te melden. Ze zei tegen een medewerkster: ‘Nu vraag ik het voor de derde keer, kan deze man -ik- geen voorrang krijgen.’ Ik schudde vriendelijk mijn hoofd van nee, maar het hielp niet. De oppermanager kwam naar mij toe en opende linten en poorten die voor anderen gesloten bleven. Ze bood een rolstoel aan en vroeg om de 20 centimeter of het nog ging. We moeten elkaar helpen, hè, zei ze lief. Onderweg naar de prikker sprak ik de rij-gangers aan, sorry hoor, zei ik. Ze begrepen het wel, zeiden ze, dat ik voor mocht.
En ik werd steeds vrolijker, eindelijk begrip voor de ellende in mijn leven, hè, hè. De prik was snel gezet door een vrolijke arts. Zo volledig begrepen verliet ik de sporthal. De auto startte direct dus ik was gelukkig. Heppiedepeppie.
Moedig voorwaarts!
Jaap zegt
‘zelfs mijn eigen ik, dat niet van zichzelf bestaat, geloofde me niet’
Schitterend. :-)
Wulf zegt
Vind het fijn voor je dat je voor mocht, Joop! En ook dat een ander omziet naar een man op krukken doet me goed!
Joop Ha Hoek zegt
Ik raad iedereen aan bij een gezondheidswinkel krukken te kopen, voor 30 euro heb je al een paar. Krukken krijgen voorrang.
Pauline zegt
Goedemorgen,
Waar of wat is “Schaap”?
Hartelijks van een nieuwsgierige lezer,
Pauline.
Joop Ha Hoek zegt
Schaap is mijn luie stoel.