De zon schijnt fel in de Kloosterbunker naar binnen. Mijn werktafel staat voor het raam. Op het raam zijn op hoogte door mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijm, stroken zelfklevend plastic geplakt om het zonlicht te weren. Maar het licht is zo sterk dat de stroken ook energiebronnen worden.
Ik zie niks op het beeldscherm tegenover me, de zon schijnt in mijn ogen. Als de klep van een pet hou ik een hand horizontaal langs mijn voorhoofd: het zicht wordt goed. Ik besluit om geen zonneschermen te laten zakken maar te genieten van de warmte en het licht dat mij gegeven en genomen wordt. Over twee uur komt het licht zijwaarts. Dat is te doen. Ik geniet en ik erger me.
Andere gedachten komen het hoofd binnen. Vanmiddag is er een crematie van iemand die aan corona is overleden. Ik kende hem sinds 2004 toen ik de buddy was van een stervend iemand. Vanmorgen schoonde ik mails en zag dat ik hem op zijn verjaardag op 12 juli feliciteerde en hem een lang en gelukkig leven toewenste. Twee weken geleden leefde hij nog tot iemand hem besmette met het coronavirus. We deelden onze ervaringen met het boeddhisme en filosofie. Op 1 augustus van dit jaar ontmoette ik hem vanwege corona voor het laatst. We spraken toen over de vrije wil. Hij was de meest voorzichtige man die ik ken, wie besmette hem en waar? Er zijn maar 30 mensen uitgenodigd in het crematorium. Ik kan de plechtigheid als ik dat zou willen volgen via een livestreamverbinding. Dat wil ik niet, verdriet is niet in woorden te vatten en stel je voor dat de verbinding uitvalt. Ik hou ook niet van relatiesprekers op uitvaarten. Beter is om tijdens het leven je waardering en liefde tegen de ander te uiten.
Ik sprak zelf ook veel op uitvaarten, toch al gauw 15 minuten per uitvaart. Soms voor een volle zaal. Mensen knikten, ja zo was hij/zij. Ik hoorde me dan zelf praten en haatte me. Maar de families en vrienden wilden graag dat ik sprak en namen geen genoegen met mijn nee. Op een dag ben ik er mee gestopt, met die speeches. Mijn moeder was ook een zwijger. Tegenwoordig kan je met bepaalde technieken zelf spreken op je eigen uitvaart. Een soort virtuele wedergeboorte.
De zon dondert de Kloosterbunker binnen. Ik wijk niet maar zie ook niks. Is dit leuk? Is het pijniging?
Een meesje zit op het nestkastje tegen een muur van het balkon van de Kloosterbunker. Dan duikt het vogeltje via het gat het kastje in. Ik onderbreek het werken aan de krant, mijn boeddhistische leraar leerde mij ooit dat ik maar één ding tegelijk moet doen. Als je loopt dan loop je, als je zit dan zit je, zei de leraar. Nu kijk ik naar het nestkastje. Na een paar minuten duikt het vogeltje weer naar buiten. Wat in godsnaam, zo vraag ik me af, heeft dat vogeltje in die kast gedaan? Er is geen livestreamverbinding met het interieur van het nestkastje. Ik zal het nooit weten.
Mijn schoonzoon noemt mij de man met de draagbare UV-lamp, zo groot als een sigarettenaansteker, ik ontsmet er in deze coronatijd vrijwel alles mee. Mijn jongste kleinzoon vindt mij een normale opa, zo snel wennen kinderen aan idiote maar ook levensreddende zaken.
Moedig voorwaarts!
jean springael zegt
Koolmezen doen momenteel prospectie voor een woning. Ze inspecteren nachtkastjes van binnen en buiten. Als ze er eentje goedkeuren komen ze in de volgende lente terug om er zich te nestelen.Onlangs gezien op een natuur documentaire.
In onze tuin zijn ze ook reeds geweest.
Jean