Wij zijn niet bang voor de werkelijkheid, maar voor onze vóórstelling van de werkelijkheid. Dus zijn we in feite bang voor niets. Op het moment dat er zich dan werkelijk iets afspeelt dat lijkt op die angstvoorstelling, heb je het te druk met de gebeurtenis zelf om je te realiseren dat je voorstelling ervan toch iets anders was. Omdat we in de Drie Tijden leven is angst gericht op de toekomst, wordt in het heden beleefd en vindt haar wortels in het verleden.
Een geheide formule voor een voortgezet samsarisch bestaan.
Die voorstelling is aanmerkelijk enger dan wat er in werkelijkheid gebeurt – althans meestal. Een voorstelling, hoe vluchtig ook, die een heftige psycho-fysieke response oproept in lichaam en geest. Vaak ook nog eens gevolgd door een angst-voor-angstreactie.
Wat wil ik hier nou mee zeggen? Een gezonde alertheid op wat er allemaal in ons samsarisch gekwijn mis kan gaan helpt je om te overleven. Dat is de biologische functie van dit soort gevoelens. Angst is verdergaand dan alertheid, het kan zelfs doorslaan naar iets wat kant noch wal raakt. Een angstpsychose bijvoorbeeld. Gruwelijk voor degene die hier door getroffen wordt.
De menselijke, denkende geest spiegelt je een werkelijkheid voor die niet bestaat en ook nooit zal bestaan. Hoe vaak zal het voorkomen dat je grootste angst werkelijkheid wordt? En als dat gebeurt, is het dan een één op één afspiegeling van je voorstelling van angst? Afgezien van selffulfilling prophecy dingen? Niet zo heel vaak, denk ik. Dus met angst kwellen we voornamelijk onszelf. En met de transmissie van die angst kwellen we weer anderen. Toch kan die bangigheid voor wat zou kunnen gebeuren best wel erg realistisch op onszelf overkomen. Maar als je er goed naar kijkt is het als de maan die in een emmer water weerspiegeld wordt.
Dat goed ernaar kijken, daar gaat het om. En dan bedoel ik: niet rationeel kijken, geen geanalyseer van wat je je nou voorstelt, want het eindresultaat van zo’n analyse is altijd een oordeel. En dat oordeel zou kunnen luiden: oh jee, het kan ècht gebeuren. En dat oordeel over de voorstelling van je angst wordt meestal een onwrikbaar stuk gewapend beton in je hoofd, dat steeds nieuwe angsten genereert. Beter kun je goed naar je angst kijken met als achtergrondmuziek de gedachte dat we niet bang zijn voor de werkelijkheid, maar voor wat we ons daarbij voorstellen.
Wat zouden we beter kunnen doen dan angstige gedachten en gevoelens te volgen?
Observeer je angst. Zijn het beelden, hoor je geluiden, stemmen, haalt het herinneringen uit je innerlijk angstenmagazijn? Voel je het ergens in je lichaam? Observeren zonder oordeel. Het kan, ik doe het zelf vaak. Die eindeloze praatjesmaker die in onze tijdelijke grijze massa zetelt probeert je af te leiden met rampscenario’s. Dat observeren gebeurt niet altijd met succes op het moment dat je de gedachten en beelden van rampscenario’s volgt. Niet-volgen is een vaardigheid die je jezelf geleidelijk kunt aanleren. Ben je daarna vrij van angsten? Nee, natuurlijk. Een vriend van me, een Joodse man, zei ooit: ‘Als ik een vrouw zie lopen die op mijn ex-schoonmoeder lijkt vries ik ter plekke van angst aan de grond vast.’ Ik wil maar zeggen dat er angsten bestaan die je niet zichzelf kunt laten bevrijden door middel van observatie. Tegen genoemde ex-schoonmoeder bestaat maar één middel: omdraaien en zo hard mogelijk weglopen. In deze bange tijden ga ik zo weinig mogelijk naar de supermarkt. Uit angst voor besm… eh, uit angst? Nou ja, ten gevolge van die ononderbroken lavastroom van berichten over de gevolgen van het Coronavirus, waarbij de één het nog beter en angstwekkender weet te vertellen dan de ander. De (social)media. De deskundigen. Ze veroorzaken verwarring met tegengestelde berichten die bij de consument van deze berichten weer nieuwe angsten doen ontstaan. Dus ben ik extra voorzichtig. Uit angst voor wat zou kúnnen gebeuren.