Toen ik het Mahayanaboeddhisme in een Rotterdamse sangha studeerde ging dat volgens vaste regels en regiem. Van de studenten werd veel discipline verwacht: het zingen en studie nam de vastgestelde tijd in beslag. Geen minuut langer. Maar het was beslist geen Goelag Archipel, de sfeer was goed en we waren op weg naar de middenweg. In de pauzes verdween de leraar uit het zicht, de studenten dronken een kop thee. Een monnik staarde uit een raam.
Elke dinsdagavond was er in de gompa een ongeleide lezing en meditatie- zonder de leraar. Die er vanzelfsprekend vanuit ging dat direct na lezing en meditatie de studenten de gompa zouden verlaten en huiswaarts keerden.
Nu wil het geval dat in die sangha lieden zaten die wel wat van de wereld hadden gezien. Of op een andere wijze iets te vertellen hadden. Dus na de lezing en meditatie ontspanden we ons- strekten benen en rug en lachten naar elkaar. Dat lachen had iets ondeugends, zo van vader is niet thuis, moeder is niet thuis, leraar is niet thuis, piep zei de muis in het voorhuis. We kletsten wat af, in het uur na lezing en meditatie. Vertelden elkaar verhalen over dingen die we hadden meegemaakt of mee gingen maken. Het was reuze gezellig en we leerden elkaar beter kennen. We namen tijd die eigenlijk niet was toegestaan, niet pasten binnen de regels van de organisatie. Vrijheid in gebondenheid, noemden we dat. We vonden dat een beetje rebellie wel kon zonder afvallig te worden. Boeddhisme is ook wel rebels, soms tegen de stroom in.
Moedig voorwaarts!
Ruud van Bokhoven zegt
Spreek vrijuit, luister goed, doet er wat van op en geef je eigen mening en ideeën, het is de wijsheid voor de toekomst.