Sinds augustus 2017 wonen de boeddhistische roodkapmonnik in de traditie van de Sakya school van het Tibetaans boeddhisme Sungrab Woeser (Leen van der Meij) en zijn vrouw Meta Kappetein weer in Nederland. Na zeven jaar in de Oostenrijkse bergen te hebben doorgebracht, onder meer ter ondersteuning van het Tibetaans boeddhistisch centrum nabij Graz.
Teruggekeerd in Nederland vond het paar woonruimte op het voormalig Waddeneiland Wieringen, omgeven door land, ingepolderd uit de zee: de Wieringerwaard. In overleg met Sakya Trizin, de rootteacher van Sungrab, besloot Woeser om geen nieuw boeddhistisch centrum te grondvesten maar een rondreizende monnik te worden. Aan deze beslissing lag een aantal redenen ten grondslag. Ten eerste, waarom ‘het centrum’ ‘van wat’ te willen zijn? Ten tweede, de geografische uitgestrektheid en ook wel leegte van het gebied boven de lijn: Alkmaar – Den Hoorn. Tot en met Texel. Ten derde: waarom niet rondreizen naar plaatsen waar men sensibel is voor de dharma? Waarom niet naar de mensen toe’? Zo werd Woeser een ‘wandering monk’. Zoals ook Boeddha in zijn tijd rondging. Zonder dat Woeser zich daar mee wil vergelijken. Het gaat om de methode.
Onzichtbare tempel
En zo werd de fysieke regio Kop van Noord Holland en daar omheen Nederland, de onzichtbare tempel van klank van boeddhisme. Ook toegankelijk via het You Tube Dharma Kanaal ‘Sungrab Leen’ dat toegang geeft tot de visuele en orale toegang tot meditatie en dharma. En volgens Woeser wel de expressie van Boeddha’s wens tot geluk van alle levende wezens.
Woeser: ‘Het ontdekken van boeddhisme baseert zich op de uitspraken van Boeddha, die hij in de sutra’s – de leringen – gegeven heeft, en die zich later ontwikkeld hebben tot de filosofische boeddhistische leerstellingen van de grote Indiase meesters. Velen denken wellicht dat studie en religie tegenstellingen zouden zijn, dat het in religie slechts daarom gaat, om blind vertrouwen in dogma’s te hebben. In het boeddhisme wordt dat heel anders gezien. Er zijn verschillende vormen van vertrouwen. Een intelligente vorm van vertrouwen baseert zich op kritische analyse en filosofische overwegingen. Dit vertrouwen is duidelijk stabieler, want het berust op een dieper begrip.’
Sungrab Woeser zegt geen bijzonder streven te hebben om het boeddhisme te verspreiden. ’Niettemin heb ik natuurlijk de verantwoordelijkheid en plicht, om de dharmabeoefening over te brengen aan hen die een bijzondere verbinding met de boeddhistische leer hebben. Of men het nu dharma noemt of niet, ik meen dat het belangrijkste is, om een goed mens te zijn, heilzame gedachten te hebben, positief te handelen en een bron te worden voor het welzijn van alle levende wezens.’
Afgescheiden en exclusief
De monnik zegt soms het gevoel te hebben dat het niet zeer nuttig is om de naam van een religie, – of in dit geval, het boeddhisme -, te gebruiken. Dit wekt volgens hem de indruk dat het om iets afgescheidens en exclusiefs gaat. Terwijl het volgens hem belangrijker is dat wij elkaar respecteren en waarderen, doordat wij de belangrijkheid van anderen erkennen. In deze zin kan de boeddhistische leer en beoefening een bijdrage aan een zaak leveren, waarin veel mensen geïnteresseerd zijn. Zonder dat men speciaal boeddhist moet zijn.
Woeser: ‘Het lezen en bespreken van boeddhistische teksten onderscheidt zich van wereldlijke teksten, omdat de doelen anders zijn. De aard van de leesstof is anders, en dientengevolge zou ook de eraan ten grondslag liggende motivatie een andere moeten zijn. Wij leren niet om slechts informatie te verkrijgen, maar voor de persoonlijke beoefening en om onze geest te veranderen. En opdat men een nauwkeurig en gefundeerd begrip van de boeddhistische leer, de natuur van de geest, het innerlijke van de geest, bereikt.
Het is ook goed om met een heilzame motivatie te studeren, namelijk: dat men met deze kennis ook anderen ten dienste kan zijn. In het bijzonder mededogen: de wens voor het welzijn van anderen te handelen. Wij leren hier thema’s die onszelf en anderen op lange termijn zullen helpen. Wij leren, dat nirvãna de werkelijke vrede is. Het hangt alleen van onszelf af, om de vrede van nirvãna in de eigen geest te verwerkelijken.
Echter: hoe ontwikkelen wij onze geest naar nirvãna? Dit geschiedt door leren, reflecteren en mediteren. Wij leren en studeren in het bewustzijn dat het weten ertoe dient, om de geest op de juiste manier te herkennen. Uiteindelijk dient alles ertoe, dat wij ons verder ontwikkelen, gelijkmoediger en vrediger te worden, en ons van misleiding, illusie en teleurstelling bevrijden. Het doel is, om de middelen te verkrijgen die de geest van alle leed veroorzakende factoren bevrijden en om de geest in een vreedzame toestand te brengen.
Wie slechts studeert en niet praktiseert, kan geen ervaring opdoen, en ook geen realisaties bereiken. Begrijpt men dit op de juiste manier, dan is het diepe begrijpen van de dharma een belangrijke grondslag voor de meditatie. Het leren maakt de meditatie effectiever.’
Rondgaande monnik
Klank van het Boeddhisme is geen boeddhistisch centrum hoewel een aantal mensen bij Woeser en zijn partner thuis kan studeren of mediteren. Rondgaan wil zeggen: daar naar toe gaan, daar aanwezig zijn, waar het gewenst is. Zonder fysiek ‘centrum’, waar men naar toe moet komen. Woeser: ‘De boeddhistische leer (de dharma), is gericht op het duurzaam geluk en het heilzame voor alle levende wezens. Daarom is het mijn wens, daarheen te gaan, waar men gaarne de klank van het boeddhisme wil horen. Voor elke denk- en geloofsrichting. De gewenste activiteit kan afgesproken worden. Bijvoorbeeld voor een les, meditatie, lezing, persoonlijk advies of anderszins. De locatie kan in overleg gekozen worden. Mede in relatie tot het aantal deelnemers. Eenmalige of regelmatige bijeenkomsten zijn mogelijk. De locatie wordt in onderling overleg bepaald. Bij iemand thuis, of een openbare locatie, een stadhuis, rouwcentrum, ziekenhuis, bijvoorbeeld.’