Tijdens open dagen van onze tempel in Bemmel krijg ik vaak vragen over karma en reïncarnatie. Mijn antwoorden zijn vaak wedervragen zoals: ‘Wat reïncarneert er’ wat is jouw definitie, of geloof in karma? Nou, wat ik er over gelezen heb…
Het zenboeddhisme is er op gericht om door het ego heen te breken om zo een ontmoeting met je werkelijke natuur te hebben. Je werkelijke natuur is niet die 1,80 meter hoge zak met botten met een houdbaarheid van hooguit 100 jaar. Je werkelijke natuur is iets wat niet gebonden is aan ruimte en tijd. De meeste vragen die ik krijg komen voort uit angst voor verlies van het ego en van uit ‘wishful thinking’ voor behoud van het ego. Maar ze zijn ook beïnvloed door het christelijk gedachtegoed ‘schuld en boete’ en over goed en slecht karma. Karma verwijst alleen maar naar het verrichten van daden en niet naar de gevolgen van daden, het gevolg van daden wordt ‘vipāka’ genoemd. Het is niet voor niets dat er twee termen zijn, net zo als ‘oorzaak en gevolg’ zijn ze los van elkaar bedoeld.
Karma en vipāka worden zo onbedoeld gekoppeld aan goede en slechte daden. Maar wat wij nu goede daden noemen zou in de toekomst weleens catastrofaal kunnen zijn. In deze context zou het opbouwen van een goed karma weleens heel raar uit kunnen pakken. Stel, je redt een baby uit een brandend huis en moeder Hitler huilt tranen van geluk om het behoud van haar schat. Stel dat je dat gedaan zou hebben in het geval van het ‘gangbare’ begrip over karma kun je het nu wel schudden je zou eeuwen lang als…ja als wat terug komen?
Kom je wel terug en wat komt er terug wat je als ‘jou, zelf, ik, of mij ‘zou kunnen noemen. Mijn leraar zei: ‘wie het woord karma uitspreekt moet drie dagen lang zijn mond met zeep spoelen’. Dit klinkt misschien vreemd maar bedenk eens waarom je de term karma gebruikt? Gebruik je hem om je geleerdheid te etaleren, uit angst voor verlies van welzijn, om een machtspositie te veroveren? Er zijn honderden reden waarom iemand zich inlaat met karma, maar er is maar 1 reden die geoorloofd is en die is Jezelf omarmen. En met jezelf bedoel ik niet je persoonlijkheid, de rol die je in dit leven bekleed, het masker wat je draagt, niet het idee wat je over jezelf hebt. Ik bedoel met jezelf het zelf van voor tijd en ruimte, een zelf zonder voorstellingsvermogen, dan is het geoorloofd.
De mens is geneigd altijd maar te vragen naar het waarom en verwerpt daarmee wie hij of zij is. Waarom word iemand met een zilveren lepel in zijn mond geboren en de ander op een vuilnisbelt? Heeft hij of zij goede of slechte daden in zijn vorig leven gedaan? Als ze aan een zentraining beginnen vragen ze: ‘waarom moet ik met gekruiste benen zitten?’ Ik heb wel eens gezegd ‘dat weet ik niet, vertel het me maar als je het weet’. Er bestaat geen waarom, waarom roept een ontelbare hoeveelheid aan vragen op waardoor je geen tijd overhoud voor wat werkelijk van belang is.
Een bodemloze put met vragen vreet je hele leven op. Waarom ruikt een roos lekker, waarom is het water nat, waarom is de lucht blauw. Zo mis je de geur van een roos, het verkwikkende van water en het sprankelende blauw van de lucht. Als je niet bent die je bent, je afvraagt waarom? Dan meet je jezelf af aan een ander, terwijl er maar een van jou is, waar wil je je dan aan afmeten? Er is geen tweede van jou. Waarom heeft de een een sterk lichaam en de ander een zwak gestel? Het maakt niet uit. Je wilt nooit in overeenstemming zijn met dat wat is, nooit in overeenstemming met jezelf. Train zoals je opgedragen wordt en doe alleen maar dat, dan weet ik zeker dat je mij op een gegeven moment kunt vertellen wat karma is.
Ik ben de eigenaar van mijn daden,
maar het is een illusie iets te kunnen bezitten.
De erfgenaam van mijn daden,
zonder oorzaak.
Geboren door mijn daden,
zonder komen noch gaan
Gerelateerd aan mijn daden,
zo als een reflexie in de spiegel
En leef ondersteund door mijn daden
dus wandel ik in vrijheid
Van elke daad die ik verricht, goed of slecht…
ze kunnen alleen bestaan in blinde overtuiging
Vertel me wat is de oorzaak van karma?
Zo zou een monnik steeds weer moeten reflecteren
zolang er een reflectie is