Boeddhistische leiders in Zuid-Korea stellen professionele managers in hun tempels aan. Zo willen ze, na recent wangedrag door gokkende en alcohol drinkende monniken, het negatieve imago van het boeddhisme weer opvijzelen. De Jogye traditie, de grootste boeddhistische orde in het land, heeft hevige kritiek te verduren gekregen na het bekend worden van het schandaal. Met name de leiding van de tempels moest het ontgelden, die zou onvoldoende controle uitoefenen op de vaak jonge monniken. Het schandaal, er kwam een video naar buiten waarop te zien was hoe acht monniken pokerden, rookten en alcohol dronken, heeft de discussie aangezwengeld over de voorbeeldrol van monniken in de Zuidkoreaanse samenleving. Onderzocht wordt of de monniken zich ook schuldig hebben gemaakt aan het inhuren van prostituees.
De aangekondigde hervormingen moeten leiden tot meer zelfdiscipline bij de monniken en het correcter uitdragen van het boeddhisme. Monniken die de regels overtreden worden streng aangepakt. De Jogye orde bestaat al meer dan 1200 jaar en heeft meer dan tien miljoen volgelingen. Gokken is illegaal in Zuid-Korea. Maar het is ook een schending van de gedragscode van de orde. Ondanks het schandaal, er waren al eerder problemen over gezag binnen de orde, geloven de Zuid-Koreanen dat het boeddhisme de moeite van het beleven waard blijft.