Op 30 april 2016 ben ik van huis vertrokken, om als pelgrim naar Nidaros (de oude naam voor Trondheim) te lopen. Onderweg doe ik wekelijks verslag van mijn overdenkingen, als het lukt contact te maken.
“Kun je het wel aan?” is een veel gestelde vraag, zowel voor vertrek als nu onderweg. Men is bezorgd over mijn fysieke gestel. Alsof ik te veel van mijn krachten zou vragen. Ik maak mij daar geen zorgen over. Mijn ervaring is dat mijn krachten juist toenemen. Dat betekent niet dat ik niet moe wordt, integendeel. Ik ben ’s avonds als ik in mijn tentje lig bekaf, ook al heb ik onderweg zo’n beetje op iedere bank gezeten die ik tegenkwam. Maar lopen met een rugzak went, net als vroeg opstaan en vroeg weer gaan slapen. Ik heb het gevoel dat mijn krachten toenemen door ze te gebruiken. In allerlei opzichten. Omgekeerd is het ook waar, denk ik. Krachten die je hebt maar niet gebruikt nemen af. Uiteraard alles binnen grenzen, maar toch. Wie krachtiger wil worden, zal de krachten die hij heeft moeten inzetten. Wie dat niet doet, verliest aan kracht. Het is misschien wat kort door de bocht, maar het idee is helder, neem ik aan.
De afgelopen dagen ben ik verscheidene mensen tegen gekomen die spontaan hun hart tegen mij begonnen te luchten. Norbert, meesterbonbonmaker was zo iemand. Zijn verhaal getuigde van het op een positieve manier inzetten van persoonlijke krachten. Hij kreeg de laatste jaren klap na klap te verwerken, maar kwam er steeds weer mentaal sterker uit. Juist door het inzetten van de krachten die hij ter beschikking had waaronder zijn creativiteit op gebied van bonbons bedenken en maken. Hij liep slecht, zijn gestel was zwak, zelfs zijn gebit paste niet meer. Allemaal door ziekte. Zijn eigen bedrijf was hij kwijt geraakt en nu werkte hij – samen met zijn vrouw – voor een baas. Als bonbonmaker. En, zei hij glunderend: ze waren nog nooit zo geslaagd als nu. Hij leefde.
De boeren die ik onderweg spreek, gebruiken ook stuk voor stuk hun beste krachten om overeind te blijven in een markt waarin simpelweg te weinig wordt betaald voor hun producten. Hun kracht is de liefde voor hun land en voor hun dieren. Zouden ze hun krachten niet 100% geven, dan is het met de zaak gedaan.
Wat wil ik nu eigenlijk zeggen? Dat iedereen lichamelijk, geestelijk, sociaal of spiritueel sterker wordt, door lichamelijk, geestelijk, sociaal of spiritueel actief te zijn. En dan niet op het gemak, nee: zo dat je er moe van wordt. Zo is mediteren niet zomaar wat zitten suffen op een kussen. Het is hard werken, anders wordt je er niet krachtiger door maar juist slapper. Hetzelfde geldt voor het gebed: een gebed zonder kracht (zoals helaas vele uit routine geregelde gebeden).