Het is retraitetijd. De zomer is vanwege de vakantietijd van oudsher een periode waarin retraites vallen. Door de beperkende coronamaatregelen van de laatste tijd wat minder fysiek.
Ik heb heel wat peentjes gezweet tijdens retraites in De Tiltenberg in Vogelenzang, destijds het retraite-mekka van de zenwereld. Dat zweten was niet alleen vanwege de brandende zomerzon, maar ook door de ongewone aanslag die zo’n retraite doet op je wijze van zijn. Maar er is geen retraite geweest waar ik spijt van had. Integendeel. Ze hebben mij zonder uitzondering heel veel gebracht. Nu geef ik ze zelf.
In de zenwereld worden deze indringende samenkomsten meestal sesshins genoemd. Sesshin zou je kunnen vertalen met ‘in het hart geraakt worden’. In het Engels: to touch the mind, maar ook to receive, to convey the mind. In ‘receive’ en ‘convey’ zit het begrip ‘ontvangen’ en ‘mind’ wordt vaak vertaald als ‘geest’, maar ‘hart’ is breder en komt meer in de buurt van het woord shin, dat in sesshin vorkomt. Shin omvat hart, hoofd en hara, waar de inuïtitie zetelt. Nog beter is het wellicht om bij shin te spreken van ‘het gewone leven’ of ‘het leven zoals het is’. Want ‘mind’ is volgens zenmeester Dogen ook ‘bergen, rivieren en de machtige aarde, de zon en de maan en de sterren’. Alle wezens, al het bestaande inbegrepen dus. En dan kom je bij het vertalen van het woord sesshin uit op iets als ‘je leven volledig ervaren zoals het is’.
Sesshins komen uit de monastieke zentraining voort en vormen in feite het hart van de zenbeoefening. Ze zijn zo wezenlijk voor een serieuze zentraining, dat ook de westerse lekenbewegingen ze onverkort hebben overgenomen, soms met wat aanpassingen en vereenvoudigingen van de rituelen.
De overleden Amerikaanse zenmeester Robert Aitken roshi in Honolulu kenschetste in zijn Sesshin-onderricht voor nieuwkomers op één van de websites van het Berkeley Zen Center een sesshin als volgt: ‘Tijdens een sesshin richt je je met alles wat je in huis hebt op één ding: alleen maar je adem tellen, alleen maar je koan, verder niets. Vergeet je in die beoefening volkomen, alleen zo komen dingen in jezelf tot verwerking’. Om tot die focus, tot die concentratie en ‘overgave’ te komen nemen de deelnemers aan een sesshin gedurende de hele periode volledige stilte in acht. Ze spreken niet, maken geen oogcontact, kijken niet rond en wisselen geen sociale beleefdheden of signalen uit. Want al die dingen leiden je af van het aandachtig en vooral ook open aanwezig zijn.
Die openheid, dat niet weten -zo belangrijk voor het deelnemen aan een sesshin- vind ik mooi weerspiegeld in een kunstwerk dat in mijn dokusankamer staat. Het is gemaakt door Ferdie Westen, een vriend over wie ik wel eens meer geschreven heb.
Zo oefen je dan in iets wat de filosoof Otto Duintjer in zijn boek Onuitputtelijk is de waarheid levensbeaming ‘om niet’ noemt, de kern van zingeving en levenskunst. Daarbij gaat het om: ‘je meer leren blootstellen aan de werkelijkheid zoals die zich per situatie manifesteert, om ons en in ons, zonder afweer of verdringing enerzijds en zonder vastklampen of verslaving anderzijds.’