De hele middag speelt het liedje ‘Vanmorgen vloog ze nog’ van Robert Long en Simone Kleinsma door mijn hoofd. Dat komt omdat ik na het verlaten van de huisartsenpraktijk vanwege een griepprik op straat een dode duif zag liggen. Ik liep naar het diertje toe en zag de lange poten gestrekt naast elkaar liggend. De kop was niet te zien, een vleugel bedekte die als een doodssluier. Aandachtig bestudeerde ik het diertje. Leefde het nog en moest ik hulp verlenen of was al het leven geweken?
De duif was hartstikke dood. Platgereden in een doodlopende straat waar de auto’s met de snelheid van een lijkwagen van Monuta doorheen rijden. Wat een pech. Ik vond het wel fijn dat de duif dood was en niet een beetje. Dan moet je als dierenliefhebber handelend optreden, vind ik. Zoals ik heel lang geleden in de vroege avond op een landweg met mijn auto een plots overstekende kat overreed. Ik stapte uit en zag het verpletterde achterlijf van het dier, het voorste deel schreeuwde het uit. Ik zette de auto in zijn achteruit.
Het leven is niet altijd prettig. Vanmorgen vloog ze nog.
Moedig voorwaarts!