Docent gezocht
In het voorjaar van 1971, enkele maanden nadat hij op Huygens is begonnen, komt het hoofd van de afdeling opleiding bij hem. “We hebben je nodig,” zegt hij op de man af. “We zitten met een enorm probleem. We hebben geen docent somatische verpleegkunde meer, en er moeten lessen worden gegeven. Wil jij dat doen? Dat wil je wel, toch?”
Menno staat perplex. Hoe kan het dat er ineens geen docent meer is? En waarom denken ze dat hij het probleem wil oplossen?
“Jij geeft toch lessen? Tenminste, dat hebben ze mij verteld…”
“Eh, ja … Yogales. Soms, nou ja … een paar keer per week, als dat zo uitkomt, voor de Stichting Yoga Nederland … als invaller. Meer niet.
“Nou dan.”
“Nou dan? Dat is toch heel wat anders.”
“Vind je? Lesgeven is lesgeven. Het maakt niet uit waarin. En jij kunt dat dus. En jij bent de enige die hier een A–diploma heeft, nou ja… de enige die wij zo gauw beschikbaar weten, en daarom…. Kom vanmiddag even bij de opleiding langs, dan bespreken we het een en ander even rustig en als je dan nog vragen hebt… tot vanmiddag.”
Broeder Gabriël staat achter Menno, maar niet achter diens bezwaren. “Met bloedprikken is het ook goed gekomen,” vindt hij.
In eerste instantie zal het om slechts enkele lessen gaan, voor de groep die binnenkort eindexamen zal doen. Het enige dat Menno hoeft te doen, is repeteren. Sommige leerlingen zijn ouder dan hijzelf. De docent die is uitgevallen, zal ongetwijfeld spoedig weer terugkomen en dan is zijn invalbeurt ten einde. De werkelijkheid pakt anders uit. De docent komt niet terug.
“Hoe zit dat nu met mijn eigen opleiding tot B– verpleegkundige?” vraagt Menno maar eens aan het hoofd van de afdeling opleiding, in de verwachting dat deze vraag uiteindelijk zal leiden tot het beëindigen van zijn gespleten situatie. Op deze vraag gaat de heer Veerman, het hoofd Opleiding serieus in, samen met de leiding van de Willem Arntszhoeve. Men besluit hem over te plaatsen naar Eijkman, de afdeling opname voor mannen. Daar hoeft Menno géén avond–of nachtdiensten te doen, zodat hij tussen de bedrijven door steeds naar de afdeling opleiding kan komen om lessen somatische verpleegkunde te verzorgen. Hij probeert nog één kaart uit te spelen: “Ik heb geen docentenopleiding.” poneert hij.
Tot zijn grote verrassing krijgt hij korte tijd later te horen dat hij in september met de docentenopleiding kan beginnen. Men heeft hem ingeschreven voor de Gebroken Docentenopleiding van het Seminarium voor Gezondheidszorg te Utrecht. Hij is nu zowel leerling B als docent–somatische verpleegkunde en student aan de GDOII. Tegelijk.
Geef een reactie