We leven in een tijd van fragmentatie. Gezondheid is iets voor de dokter. Het milieu voor de activist. Politiek voor de politicus. En wijzelf? Wij rennen van hokje naar hokje, op zoek naar houvast. Maar wat als deze domeinen niet los van elkaar bestaan? Wat als mijn fysieke gezondheid verbonden is met de rivier waarin ik niet meer kan zwemmen? Met de zee die verstikt onder plastic en mijnbouw?
Neem het groeiende bewijs voor het verband tussen landbouwgif en de ziekte van Parkinson. In sommige regio’s krijgen boeren opvallend vaak deze neurologische aandoening. Niet door pech, maar doordat ze jarenlang zijn blootgesteld aan stoffen die de bodem doden, insecten verdrijven — en tegelijk hun zenuwstelsel aantasten. Wat begon als een kwestie van landbouwbeleid, is nu een gezondheidscrisis. En wat als ‘natuurprobleem’ gold, blijkt ineens ook een menselijk drama. Toch is het verbod op dit gif opnieuw voor jaren uitgesteld. Zou dat ook zijn gebeurd als de natuur stemrecht had gehad?
Ondanks dat talloze mensen zich inzetten voor gezondheid of milieu, opereren deze bewegingen opvallend vaak langs elkaar heen. Terwijl ze in wezen één oorsprong en één lot delen.
Je kunt niet gezond zijn op een zieke planeet. Punt.
Dat eenvoudige besef zou het begin kunnen zijn van een ander verhaal. Een verhaal waarin we stoppen met het behandelen van symptomen, terwijl de oorzaak buiten beeld blijft. Een verhaal waarin we begrijpen dat het gif in onze voeding, de uitputting van de bodem, de verstoring van ecosystemen en de vervreemding van onszelf voortkomen uit één en hetzelfde systeem — een systeem waarin winst zwaarder weegt dan leven.
De Franse filosoof Bruno Latour schreef dat we te lang toeschouwers zijn geweest — alsof we op een balkon naar de aarde beneden kijken. Maar de aarde is geen toneelstuk, en wij zijn geen publiek. We maken er deel van uit. We zijn water, lucht, bacteriën, bossen. We leven niet op de aarde — we zijn aarde.
Volgens Latour hebben we een andere vorm van politiek nodig: één waarin ook rivieren, insecten en zeebodems meetellen. Geen abstract idee, maar iets concreets: als de oceaan lijdt, lijden wij mee. Misschien niet meteen merkbaar, maar sluipend en onvermijdelijk.
Toch wordt de politiek nog steeds gedomineerd door bestuurders die denken in tabellen, modellen en beheersplannen. Het politieke systeem is technocratisch geworden. Compassie, intuïtie en morele moed lijken nauwelijks nog ruimte te krijgen. Beleidsstukken zijn belangrijker dan visie, draagvlak belangrijker dan overtuiging, reputatie belangrijker dan waarheid.
Wie de wereld ervaart als levend en verbonden — zoals McGilchrist het perspectief van de rechterhersenhelft beschrijft — past niet in zo’n systeem. Wie het toch probeert, brandt vaak op. Want empathie is er een risico, twijfel een zwaktebod, en luisteren een strategisch instrument. Het gevolg? Bestuurders die misschien intellectueel scherp zijn, maar geestelijk uitgeput. Mensen die verslingerd zijn geraakt aan macht, in plaats van geworteld in verbondenheid.
Ziekte — lichamelijk én maatschappelijk — komt voort uit deze vervreemding. Het beeld van de mens als machine, het lichaam als fabriek, de aarde als grondstoffenvoorraad, ontneemt ons het besef van samenhang. Gezondheid is geen individuele prestatie. Het is een dans tussen lichaam, omgeving, relaties, voeding, bodemleven.
Zowel Latour als McGilchrist wijzen ons op een andere manier van kijken. Geen utopie, maar een eenvoudige waarheid: wij zijn niet los verkrijgbaar. Wat we de aarde aandoen, doen we onszelf aan. En omgekeerd: wat we in onszelf helen, heelt ook de wereld.
Dat vraagt geen nieuwe actie uit angst of controle, maar betrokkenheid. Spirituele, politieke verantwoordelijkheid. Niet omdat we bang zijn om te sterven, maar omdat we opnieuw willen leven — met alles wat leeft. Met het kraken van schelpen onder je voeten. Het zingen van een merel. De geur van nat mos. Het horen van een walvis in de verte.
Laten we de valse scheiding tussen mens en natuur, tussen lichaam en aarde loslaten. Er is maar één werkelijkheid. En die is wonderbaarlijk samenhangend.
Wie dat werkelijk inziet, kan niet anders dan zorg dragen. Voor zichzelf. En voor het geheel.

Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Geef een reactie