Lichaamstaal is vaak belangrijker dan wat de betreffende persoon zegt. Woorden zijn maar woorden om te pleasen. Vaak. Of holle leegte, onwetendheid. Onkunde.
Vandaag zag ik de Haagsche Historicus op de tv, zonder appeltje dit keer, in zijn rol als administratieve kracht van de NAVO. Hij zat naast een Amerikaanse minister die de HH vertelde wat er de komende dagen op een veiligheidstop in München zal worden besproken.
De HH, die met zijn regering de laatste tien jaar Nederland naar de donder heeft geholpen, een slecht geheugen heeft, in coronatijd het bestuur van ons land overliet aan wetenschappers, het contact met de burgers verloor, vergeet de toeslagenaffaire niet, mogelijk maakte dat er een ultrarechtse regering aan de macht kwam, lachte vrolijk en balkte de minister na: ja, de oorlogsbudgetten van de Europese landen moeten worden verhoogd.
Maar ik zag aan zijn lichaamstaal hoe klein de HH was. Hij zei niet tegen de minister: Opkrassen jij, jij en jouw baas brengen de veiligheid in Europa nog meer in gevaar met jullie rare praatjes en daden.
Nee, de HH die er na de verkiezing als de duvel bij was om Donald T. een bezoek te brengen en er trots op is de hoogste baas van Israël Bibi te mogen noemen, en afgelopen donderdag geconfronteerd werd met een schokkende realiteit- hij is zelfs geen horige van Donald T. of de huidige Russsiche tsaar, werd de man in lichaamstaal die hij nu is: De lijder. Een eenzame fietser.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
