SIRE (Stichting Ideële Reclame) lanceerde deze week haar nieuwe campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’. Met deze campagne wil zij opvoeders aan het denken zetten over hoe ze met jongens omgaan. Voor jongens die te weinig ruimte krijgen liggen onderpresteren, onzekerheid en motivatieproblemen op de loer. Jongens en meisjes zijn gelijkwaardig, maar niet hetzelfde. Met deze campagne wil SIRE een discussie op gang brengen die er hopelijk voor zorgt dat jongens de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen op de manier die het beste bij hen past.
Hoewel ‘de jongen’ niet bestaat, is er een tendens gaande dat ‘jongensgedrag’ minder wordt gewaardeerd in onze maatschappij. We remmen jongens soms te veel af in hun gedrag, zo leren zij minder uit eigen ervaring en dat remt hen in hun ontwikkeling, zeggen deskundigen.
Toen ik een jongen was stookte ik fikkie, groef hutten in de natuur, liep samen met mijn broers en zussen door een gammele dakgoot, vijftien meter boven de grond, mijn moeder, die ons in de ruiten van de woningen ertegenover zag, een hartaanval bezorgend. Ik sloopte ook dingen die eigenlijk niet gesloopt mochten worden, zette emmers water schuin tegen een buitendeur om erna aan te bellen of bond twee voordeuren vast met een touw om daarna bij die huizen aan de bel te trekken, waardoor getouwtrek ontstond, ik nam zwerfhonden mee naar huis en verstopte ze in mijn bed. Soms mochten ze blijven van mijn ouders. Ik geloof dat al deze activiteiten van speelse waarde voor mij zijn geweest. Waardoor ik de kans kreeg om dingen af te leren, niet meer te doen, omdat ik inzicht kreeg in dat ze niet altijd leuk waren, voor de ander. Maar een hut graven zou ik nog wel appreciëren. Dat spelen viel onder de noemer kattenkwaad, waarvoor je ook wel op het politiebureau terecht kon komen, op je vrije woensdagmiddag. Tegenwoordig noemen ze het agressie en kom je in de kinderzorgterreur terecht.
Toen mijn kinderen, een zoon en een dochter, klein waren klom mijn zoon als een Pippi Langkous op het dak van onze woning en soms zaten ze beiden in de grote, achttien meter hoge boom in de tuin. We stookten ook fikkie en stimuleerden krankzinnig gedrag, zonder anderen te kwetsen of te beschadigen. Soms belden de buren aan om te vertellen ‘uw zoon zit op uw dak’. Ik nodigde ze dan uit om er bij te komen zitten, maar dan werden ze boos. Ik stimuleerde de kinderen om vooral niet in de pas te lopen en op speurtocht te gaan. Te ontdekken.
De afgelopen week keek ik naar de prestaties van het Nederlands vrouwenelftal en genoot met volle teugen. Gapende hoofdwonden, slidings, vastgrijpen, vloeken en onderuit halen. Strafschoppen uitlokken. Spugen op het pas gemaaide gras, het was er allemaal. Het zijn net jongens, maar dan anders.
Erzebeth zegt
Dankuwel….mogen meiden eindelijk meiden zijn…….moeten jongens weer jongens worden!!!????