In de agenda zie ik dat komende zaterdag de sterfdag is van Toon, mijn ex-schoonvader. Hij stierf in 1988 in een ziekenhuis, in de ochtend. Toon was een zeer aimabel mens die je iedereen toewenst als (schoon)vader. Hij was geletterd en erudiet, filosoof ook. Maar bovenal een gezellige man en later opa. Als hij met zijn vrouw, mijn schoonmoeder, bij ons was zorgden we dat we een fles vieux in huis hadden, dat de derde en zesde van Beethoven klaar lagen en dat de tv in de wachtstand stond om aan het eind van de zondagmiddag naar sport te kunnen kijken. Meer was er niet nodig, voor hem en ons, om gelukkig te zijn.
Op de dag van de uitvaart reed de rouwstoet met Toon over een voetbalveld, diepe voren in het gras achterlatend. Toon was oud-voorzitter van die club. Spelers en bestuur stonden in een rij om hem de laatste eer te bewijzen. Het was zeer ontroerend. Die voren zijn symbolisch voor zijn bestaan. Onder dat gras ligt de herinnering aan Toon. Die voren zijn er ook nog als herinnering. Bij zijn kinderen, schoonzoon en dochters en eenieder die hem gekend heeft. Toon, een aimabel mens.
Moedig voorwaarts.