De Heer is mijn herder!
‘k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan waat’ren der rust.
En dan…
’t Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den Heer’;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naadren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw Naam verhogen?
Lenie en ik zingen vol passie en lof. Psalm 42:1 na het welbekende gezang 184. Over herders en herten, ziel en dorst. Op Hemelvaartsdag ontmoeten we elkaar in een tuin bij een vriendin. Er zijn meer vrienden aanwezig. Ze kijken Lenie en mij bevreesd aan, een lichte glimlach om de mond, wenkbrauwen gefronst als we naast elkaar staand de liefde voor God belijden. Ze weten de Here duidelijk geen plekje te geven in hun denken, hun doen en laten. Lenie is van de bijbelbelt, ik ben doordesemd van de godsdienstlessen op de lagere school. Een jaar of tien geleden ontmoetten Lenie en ik elkaar. We kenden dezelfde dominee. en als proef op de som zong ik zachtjes met mijn donkere, zware stem Er ruist langs de wolken. Lenie viel in, met rollende errrrssss. We kwamen thuis. Sindsdien treden we als de Mouth & MacNeal van Jaweh op. De liefde is helaas niet wederkerig. Als ik een mantra inzet zwijgt Lenie, ze doet de Here niet in de uitverkoop.
Moedig voorwaarts!
wennie zegt
Haha! De Rotterdamse dominee Overduin zei (voor de oorlog): “Er ruist níks langs de wolken…” en hield het uitsluitend bij de psalmen Davids…