• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Columns » God, Spinoza en boeddhanatuur

God, Spinoza en boeddhanatuur

30 juni 2016 door Jules Prast

Meer en meer vraagt Taigu zich af waarom wij ons wentelen in zen en boeddhisme terwijl onze cultuur denkers als Spinoza en Schopenhauer rijk is die ons het pad van de boeddhadharma kunnen opleiden.

“Alle schoon die de aard’ kan geven, blijkt een pad dat tot u voert; en slechts is leven leven als het tot den dood ontroert,” dichtte P.C. Boutens. Zijn poëzie is vrijwel vergeten, maar Taigu kent flarden ervan uit het hoofd sinds hij er op school mee in aanraking kwam. Ryokan had in zijn hut een bundeltje Dogen op een boekenplankje; op het zijne heeft Taigu óók het verzameld dichtwerk van Boutens staan, in twee kloeke deeltjes.

Sinds Taigu zijn onwetendheid heeft afgelegd en hervonden, lezen zijn ogen met een andere kracht. Het ‘u’ waarheen het door Boutens bezongen pad leidt, is de dood, waaraan zijn gedicht is opgedragen. Boutens bezingt de boeddhistische leegte als de grond van al wat bestaat en zijn schoonheid onthult in zijn vergankelijkheid.

Taigu is in het middelgebergte van de Duitse Harz met de oudste van zijn courante vrienden. Hier zijn wouden vol everzwijnen temidden waarvan Ryokan zo uit het niets naar voren zou kunnen treden. Gisteren was Taigu in Göttingen. Omwille van zijn conditie wordt hij gewoon voorgereden bij een terrasje, maar de interactie met zijn vriend leidt tot een herbeleving van hun gezamenlijke studententijd en het kind dat Taigu daarvóór was, toen hij met zijn ouders gezinsvakanties in Duitsland doorbracht. Het is een uitdrukking van een heel bijzondere vriendschap dat hem een reisje is aangeboden dat op maat van zijn kunnen (of het gebrek daaraan) wordt gemaakt. Taigu wordt er stil van en dankbaar en ook emotioneel en het kán allemaal gewoon samen.

De Harz is tijdens de Koude Oorlog in tweeën gereten door een IJzeren Gordijn met wachttorens en automatische schietinstallaties die afgingen als je probeerde het hek over te klimmen. Een deel van dat oude hek staat bij wijze van souvenir in de plaats waar Taigu verblijft. Het is een getuigenis van de bewogen geschiedenis van dit land. Lang voordat dit gebied verdeeld was in een Oost en een West, maakten dichters als Goethe en Heine lange wandeltochten door de natuur van de Harz. Buiten onder Taigu’s slaapkamerraam kabbelt een beekje dag en nacht de taal van de dharma. Geen wonder dat dichters hier inspiratie kwamen opdoen voor hun literaire werk.

Maar het is niet alles poëzie die Taigu’s pen in beweging brengt. Hij leest hier een recent boek over Spinoza, een filosoof uit de zeventiende eeuw. En eindelijk ziet Taigu zijn kans schoon te doen wat hij al langer wilde: schrijven over God, het grootste taboe onder westerse boeddhisten, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, precies die God waarvan veel boeddhisten bij het horen van Zijn naam alleen al puisten krijgen.

Toen twee eeuwen na Spinoza de eerste vertalingen van vedische geschriften in kleine kring begonnen te circuleren in Europa, werd de boeddhadharma misprijzend uitgemaakt voor ‘spinozisme’. Het sentiment is in zijn tijdsbeeld invoelbaar, maar Taigu’s ogen lezen ook Spinoza vervuld van en ontledigd door een andere kracht.

De filosoof maakte onderscheid tussen het Godsbeeld van het Oude Testament en de ware God die immanent is in de dieptestructuur van de wereldse werkelijkheid. Taigu ontleent de terminologie aan Maarten van Buuren, de auteur van het boek. De God van het Oude Testament was volgens Spinoza een uitvinding van mensen om de stammen van het volk van Israël te verenigen onder een gemeenschappelijk banier. De ware God is niets anders dan de natuur zelf, Zijn wetten en ‘wilsbesluiten’ zijn de vormkrachten van die natuur, die ook ons, mensen, als sociale dieren omvat. Aldus de dharma van Spinoza, die hem kwam te staan op een plechtige banvloek en excommunicatie door de joodse gemeente van Amsterdam.

Meer en meer vraagt Taigu zich af waarom wij ons wentelen in zen en boeddhisme terwijl onze cultuur denkers als Spinoza en Schopenhauer (ook een filosoof) rijk is die ons het pad van de dharma kunnen opleiden. De irrationele ‘wil’ van Schopenhauer is de kracht die het boeddhistische levenswiel in beweging houdt en mensen herboren laat worden in het pandemonium van hun aardse lijden. Spinoza’s God is een abstracte God, van dezelfde orde als de Tao uit het begin van de Platform Sutra, wanneer Huineng de ware dharma ten gehore brengt voor een publiek van lokale potentaten en rivaliserende neo-confucianisten; alle worden uiteraard betoverd en bevrijd door de ongeletterde voormalige keukenhulp in het klooster, die het met gevaar voor eigen leven tot abt en zenmeester heeft geschopt.

Waar hebben wij, boeddhisten, het gezwijmel van christelijke mystici voor nodig wanneer Spinoza en anderen, ook moderne filosofen als Levinas (twintigste eeuw), ons voorhouden dat de weg naar bevrijding toegankelijk is door middel van de menselijke rede? Sinds de tijd van Gautama in noordoost India wordt de rede als innerlijk kompas gewantrouwd door boeddhisten; dit was in China en omringende landen niet anders. De werkelijkheid onttrekt zich in het boeddhisme aan het denkvermogen en de taal van mensen.

Zo komen we in zen aan een transmissie zonder woorden; ons zelfverstaan moet worden onderworpen aan een ‘diepe herprogrammering’ (woorden van David McMahan, een onderzoeker van boeddhistisch modernisme) waarbinnen de rede niet wordt afgeschaft, maar een nieuwe, ondergeschikte functie krijgt. Na de onwetendheid komt in het achtvoudig pad juist inzicht, en voor het met een geslaagd resultaat afleggen van de weg naar wijsheid voorbij alle wijsheid heb je een zeker onderscheidingsvermogen en dus een scherp en praktisch verstand nodig. De mythe van het moderne boeddhisme is dat denken de beoefening in de weg staat. Maar dat is dus mythe. Of meent iemand dat Dogen de hoofdstukken van zijn ‘Shobogenzo’ gedachteloos opzei?

Bij Spinoza is de kiemkracht van het kennen de sleutel tot inzicht in de realiteit van transcendente immanentie. Kiemkracht is een van die mooie woorden van Maarten van Buuren. Met een uitdrukking uit het klassieke Grieks heet deze kiemkracht bij Spinoza ‘logos spermatikos’. Wat we hier aan ons oog zien verschijnen is de werking van de andere kracht van de dharma in Spinoza. Wij, mensen, behoren met de immanente God tot de natuur. God heeft niets geschapen en is niet persoonlijk; het is de naam die wij geven aan de totaliteit van de krachten die de natuur tot natuur maken. De kiemkracht van ons kenvermogen is bij Spinoza niets anders dan de boeddhanatuur van ons dharmaverstaan.

Taigu zal niet van de boeddhaweg af geraken, maar je komt de weerklank ervan tegen binnen de filosofie van onze cultuur. Waarom teksten ontcijferen uit de wereld van Mahayana wanneer de wijsheid voorbij alle wijsheid in onze eigen kring onder handbereik ligt? Hieruit geeft Taigu zijn opslagbewustzijn voorlopig spiritueel voedsel. Dat opslagbewustzijn bevat a priori ‘alle schoon die de aard’ kan geven’, dus veel mis gaan kan er niet wanneer het voedsel een tijdje uit andere bron wordt betrokken.

Namu Amida Butsu,

Taigu

Maarten van Buuren, ‘Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid’, uitgeverij Ambo/Anthos, 2016. Het citaat van Boutens is uit zijn gedicht ‘Goede Dood’ (uit zijn dichtbundel ‘Verzen’, 1898).

Categorie: Columns, Dharma en filosofie, Jules Prast Tags: boeddhanatuur, God, Harz, heilige geest, IJzeren Gordijn, irrationele wil, Maarten van Buuren, Oude Testament, Schopenhauer, Spinoza, vriendschap

Lees ook:

  1. God, Spinoza en boeddhanatuur
  2. ‘Onze Boeddha die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd’
  3. Taigu – Het lijden in de wereld
  4. VrijdagZindag – Meta-metaforen

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. Stefan van Weers zegt

    30 juni 2016 om 12:25

    Dag Jules,
    Leuk stukje en raakt het thema van mijn eigen comparatief onderzoek naar Spinozisme en Boeddhisme. Een eerste resultaat van mijn vergelijking tussen Boeddha-natuur en God/Substantie/Natuur is terug te vinden op spinoza.blogse.nl van Stan Verdult. Mijn werktitel is dan ook ‘Spinoza: de Boeddha van de Lage Landen’. Maar de materie blijkt overigens complexer dan je suggestie dat “de wijsheid voorbij alle wijsheid in onze eigen kring binnen handbereik ligt”. In Spinoza’s eigen woorden: “Al lijkt de weg waarvan ik heb laten zien dat hij daarheen leidt nu erg moeilijk, hij kan wel gevonden worden. Het kan ook niet anders of iets wat zo zelden gevonden wordt is moeilijk. Want als het heil binnen handbereik lag en zonder veel moeite gevonden kon worden, hoe zou het dan mogelijk zijn dat het door bijna iedereen werd genegeerd? Nee, alles wat schitterend is, is even moeilijk als zeldzaam”(slotwoorden van de Ethica).
    Met groet, Stefan van Weers

    • Jules Prast zegt

      1 juli 2016 om 04:10

      Dankjewel; je kanttekeningen zie ik als waardevolle toevoegingen.

  2. G.J. Smeets zegt

    30 juni 2016 om 17:23

    Beste Jules,
    – Boeddha natuur?
    Ik dacht dat Linji met dat idee korte metten heeft gemaakt.
    – Spinoza’s immanente god?
    Henry Oldenburg, secretaris van de Royal Society in Engeland, maakte al in 1661 in briefwisselingen met Spinoza korte metten met diens ‘ware god’-idee.
    – Gezwijmel van christelijke mystici?
    De zogeheten ‘woestijnvaders’ waren nogal precies en gedetailleerd in hun analyses van de hindernissen op het spirituele pad. En Franciscus van Assisi vind ik nou ook niet bepaald een zwijmelaar.
    Begrijp me goed, Spinoza is o.k. zeker als psycholoog, Levinas is uiteraard ook o.k. Het is wat het is: theorie.

    Laat me een steentje in de vijver doen. Voor de overgrote meerderheid van ons is enthousiaste gang op zijn/haar pad gebaat bij systematische confrontatie 1 op 1 met een ervaren, welwillende en kritische gesprekspartner. In het boeddhisme heet dat de leraar / leerling relatie – daar kan geen theorie tegenop. Spinoza had dergelijke systematische 1 op 1 confrontatie niet, Schopenhauer ook niet, Levinas geloof ik ook niet. Afijn, om kort te gaan, het enige goed ontwikkelde Europese equivalent van de Aziatische leraar /leerling relatie is de analyticus / analysand relatie. Freud heeft een hoop onzin gedebiteerd maar we zijn inmiddels meer dan 100 jaar verder en de psycho-analyse is allang niet meer Freudiaans. Dus ik wil er aan herinneren wat Freud met de analytische methode voor ogen had: dat de analysand zijn persoonlijke shit onder ogen ziet en leert genoegen te nemen met het dagelijkse leven, inclusief de sterfelijkheid. En de man zei ook dat een analyse echt afgerond is zodra de analysand inziet dat hij er tot Sint Juttemis mee door zou kunnen gaan en dat het tijd is te stoppen.

    Opmerkelijk dat westerse boeddhisten systematisch over het hoofd zien wat voor het oprapen ligt. Nu ik dit voor je opschrijf schiet me iets te binnen. Toen ik in de jaren ’80 in Sri Lanka in het klooster zat stond ik paf dat de meeste locals wel uitkeken om te gaan mediteren, ze hadden geen zin (tijd en geld gebrek als smoes) om hun shit onder ogen te zien. Omgekeerd sta ik paf dat NL boeddhisten, zowel leraren als leerlingen, doen alsof de psycho-analyse (nogmaals: psycho-analyse is anno 2016 geen Freudianisme) niet bestaat. Tja, het is kennelijk waar, ’t gras aan de andere kant van de berg oogt groener. Maar we weten wel beter: van dichtbij is ook ’t verre groen gras een zootje.

    Groet van G.J. met excuses voor de enorme lap tekst maar niet heus want je blogstuk vroeg erom :)

    • Jules Prast zegt

      1 juli 2016 om 04:30

      Dank voor je reactie.

      Dat de zenweg exclusief uitzicht biedt op inzicht, lijkt mij een onhoudbare stelling.

      Onder bepaalde omstandigheden kunnen bijv. ook wetenschap en filosofie met gebruik van de menselijke rede komen tot een inzicht dat gelijkwaardig is met het inzicht dat de boeddhaweg je kan brengen.

      Dit is het principe dat in het geding is. Spinoza laat zien dat het kán.

      Modern boeddhisme heeft er baat bij diens weg te exploreren en in het eigen discours te betrekken.

      Ik adviseer je voorafgaand aan verdere discussie eerst zelf het boek van Maarten van Buuren te lezen. Het is helder en vlot geschreven, niet dik of ondoordringbaar door filosofisch jargon.

      • G.J. Smeets zegt

        1 juli 2016 om 11:39

        Inderdaad, inzicht is geen exclusief zen ding. En inderdaad, contemplatie op het werk van Spinoza kan inzicht brengen.

        Dank je voor de leestip (M. van Buurens nieuwe boek) maar ik doe het met het werk van Spinoza zelf, al vanaf 1967. Spinoza beoogt maar 1 ding: de geestelijke liefde tot God – het staat in al zijn werken, Ethica, Theologisch-politiek traktaat, etc.. God is het alfa en omega van ’s mans filosofische project. Hij ambieerde zich opgenomen te weten in een door goddelijke liefde bezield universum. Persoonlijk vind ik dat even weinig overtuigend als boeddhistisch gedoe over de boeddha natuur. Overigens: de raadsels waarvoor de natuurkunde anno 2016 ons stelt zijn even krachtig contemplatief spul als de traktaten van Spinoza. Waarom zou ‘modern boeddhisme’ (jouw term) Spinoza’s werk in het discours betrekken als het wereldraadsel glashelder door de moderne natuurkundige voor de voeten ligt geworpen?

        Ik recycle mijn opmerking dat voor de meeste mensen een systematische confrontatie via een 1 op 1 relatie, zoals de psycho-analyse, meer zoden aan de dijk zet dan denkbeelden over boeddha natuur of God. Het genie van Spinoza zit niet in zijn geschreven werk. Het zit in het feit dat hij zonder een systematische 1 op 1 relatie zijn dreigende waanzin heeft overwonnen en ingewisseld voor inzicht. In ‘Vertoog over de zuivering van het verstand’ beschrijft hij de gekte die hij vreesde en die hij slechts langzaam en met veel moeite kon afschudden. Ik wil maar zeggen, bepaald niet iedereen komt er, zoals Spinoza, op eigen rationeel houtje uit.

        • Jules Prast zegt

          2 juli 2016 om 18:49

          Behalve het bakken van een ei is vrijwel alle natuurkunde mij altijd een raadsel gebleven.

          Als jij in quantumfysica of zwarte gaten een bron van spirituele inspiratie ziet, dan onderstreept dit het punt (waarover wij het eens lijken te zijn) dat er verschillende wegen zijn die tot inzicht kunnen leiden.

          De Italiaanse psychiater Roberto Assagioli, de geestelijk vader van de psychosynthese, onderscheidde zeven wegen naar inzicht, waaronder de wetenschappelijke route. Hij was een groot liefhebber van Gautama en zijn verlichtingsweg.

          De ondertitel van het boek van Maarten van Buuren is ‘vijf wegen naar vrijheid’. Uiteraard vervangt dit boek de werken van Spinoza zelf niet. De God van Spinoza is maar één van die vijf wegen. Als je belangstelling voor de andere vrijheden mocht hebben (waaronder de relatie van macht en recht), dan zou je toch kunnen overwegen het boek tot je te nemen.

          Ik heb gemaild met de auteur. Deze laat mij weten dat de Tao de juiste context is waarin je de godsvisie van Spinoza vergelijkenderwijs kunt plaatsen. De auteur heeft ervan afgezien de oosterse spiritualiteit bij zijn boek te betrekken om het eenvoudig te houden. Hij laat mij eveneens weten dat de vraag hoe Spinoza zich tot boeddhisme verhoudt, open is, maar een goede discussie waard.

          Ik maak in mijn artikel zelf de koppeling tussen de Tao en (zen)boeddhisme omdat Philip Yampolski in zijn vertaling van Huinengs Platform Sutra (ik meen uit 1962) naar het Engels de Chinese term laat staan. Ook elders zie je dat het oorspronkelijke zen in China de Tao als zijnsgrond (boeddhanatuur?) omarmde. Verder streden neo-confucianisme (dat de Tao als zijn eigendom zag) en zenboeddhisme in China op leven en dood om het spirituele primaat. Volgens de Platform Sutra, een apologetisch voortbrengsel van zijn dharma-erfgenamen, had Huineng zijn tegenstanders onder zijn gehoor en overtuigde en bekeerde hij hen tot zijn traditie.

          Ik heb zelf wel een geschreven dat modern boeddhisme een maatschappijvisie ontbeert. Modern confucianisme zou er in Aziatisch-historisch opzicht mooi bijpassen, hoewel Spinoza ons meer te zeggen heeft over de scheiding van kerk en staat en over de burgerlijke vrijheden die eerst na de Franse Revolutie gemeengoed werden in ons deel van de wereld.

          Sommige fundamentalisten vinden modern boeddhisme onecht omdat het een adaptatie van het oerboeddhisme zou zijn. Mijns inziens mag én moet aanpassen zelfs. De fundamentalistische visie negeert de wet van de permanente veranderlijkheid der dingen (anatman), net zoals de Dalai Lama vasthoudt aan een Tibet dat niet meer bestaat. Modern, westers boeddhisme moet zijn belijdenisvrijheid verdedigen en zich wapenen tegen het onnozele China-enthousiasme van sommigen, voordat we uit dat land met hun versie en financiering van de dharma ook hun religieuze (on)vrijheid importeren.

          Anderzijds moeten we ons boeddhisme beschermen tegen de oprukkende rage van McMindfulness, gevoed door de onderstroom van Aziatisch modernisme en versimpeling van meditatietechnieken sinds de negentiende eeuw. Laten we de Satipatthana Sutra nog eens ter hand nemen en onze meditatie voor wie dit wil en kan een dieptestructuur teruggeven die ook het tegenwoordige Theravada (met uitzondering van sommige bosmonniken in Thailand) niet meer kent. Taigu’s intuïtie en ervaring zegt hem dat er in die sutra nog meditatiewinst valt te behalen die de mantra van ‘bare awareness’ weer tot een aanpassing zou kunnen bewegen.

          • G.J. Smeets zegt

            2 juli 2016 om 20:44

            Jules,
            dank voor je interessante reactie. Interessant omdat we (wat mij betreft) een paar eeuwenoude koeien bij de horens hebben die uit de sloot kunnen.

            Persoonlijk heb ik het altijd graag zo eenvoudig mogelijk gehouden: persoonlijke shit onder ogen zien en genoegen leren nemen met het dagelijkse leven, inclusief de sterfelijkheid. Studeren en op De Boeken contempleren was daarbij behulpzaam. Er komt een moment dat men ziet dat je daarmee tot Sint Juttemis kunt doorgaan. Dus ik geloof het nu wel, Assagioli’s 7 wegen, Van Buurens 5 wegen, etc. etc. – en ik bedoel dat *niet* bagatelliserend.

            Hetzelfde geldt voor allerlei versies van een zogeheten zijnsgrond (jouw term) zoals daar zijn: Tao, boeddha-natuur, Spinoza’s God, etc. etc.. Ik geloof daar niets van en vind het om allerlei redenen weinig overtuigend. Het is allemaal wat het is: kosmologische fantasie. Wie er, om zijn eitje te kunnen rapen en bakken, baat bij heeft gun ik dat van harte.

        • Jules Prast zegt

          2 juli 2016 om 23:18

          De dag lijkt te zijn aangebroken dat het onwaarschijnlijke zich voltrekt: wij zijn het helemaal eens.

          Laten we afspreken dat we herhaling tot het uiterste zullen beperken.

          Ik stamel ook maar wat voor me uit. Als ik me niet ondertitel, dan begrijp ik mezelf niet. Dit is een lastige situatie in een traditie die gelooft in transmissie zonder woorden.

          Het blijft me dan ook verbazen dat mensen mijn teksten publiceren of lezen…

          Zie overigens ook hier:
          https://site.amidazen.nl/2016/07/02/god-spinoza-en-boeddhanatuur-deel-twee/

Primaire Sidebar

Door:

Jules Prast

Jules (1961) schreef van 2012 tot 2025 regelmatig voor het Boeddhistisch Dagblad en sindsdien incidenteel. Bij het Kanzeon Zen Centrum Amsterdam ontving hij in 2013 de dharmanaam Taigu (‘grote dwaas’). Behalve van zen is hij een liefhebber van Shinran en de nembutsu. Parallellen tussen christendom en boeddhisme vormen een terugkerend thema in zijn werk. 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 10 februari 2025
    Zen Spirit studiegroep 'Het verborgen licht'-vanaf 10 februari 2025
  • 2 mei 2025
    Phowa Studieweek
  • 9 mei 2025
    Seminar Tenzin Wangyal Rinpoche
  • 12 mei 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 13 mei 2025
    Verdiepingsbijeenkomst Hand in hand met de Boeddha
  • 13 mei 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Weet jij wat een anker is? Test jezelf!

    Hans van Dam - 2 mei 2025

    Deel 3 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Wat is quiëtisme?

    Hans van Dam - 27 maart 2025

    Over het stillen van de wil.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Het pad uit het woord
    • Het jaar 2025 – dag 128 – eigen vrijheid eerst
    • Boeken – De Vallei van Troost
    • ‘Gebruik de rechter niet als zondebok voor falend beleid’
    • Boeddha’s pleegmoeder is een voorbeeld voor boeddhisten op Moederdag

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.