Afgelopen week zeiden deskundigen dat de overheid, hulpdiensten en de bevolking niet zo opgefokt moesten raken als het woord asbest viel. Alleen bij langdurige blootstelling was er gevaar voor de gezondheid, zeiden ze. Ze vonden de genomen maatregelen- schoonmakers in maanpakken en het afzetten van buurten na een brand overdreven.
Chef moest denken aan de tijd dat hij hoofdredacteur was van een blad dat met onder andere milieu en kwalijke stoffen te maken had. Op een dag zat hij voor een interview tegenover de directeur van een groot en gerenommeerd bedrijf dat die maanmannetjes, douches en afzetlinten leverde, met de tekst: Gevaar, pas op, asbest. Het ging heel goed met zijn bedrijf, zei de directeur, erg goed zelfs.
Weet je, zei de directeur, dat veel asbest helemaal niet zo schadelijk is maar dat de autoriteiten dat niet weten. Daarom had hij ook zo veel werk. De directeur lachte. Hij noemde enkele soorten op waar je beter een straatje voor om kon lopen, omdat ze gemene stekels hadden en gingen woekeren in je lijf. En toen gebeurde er iets dat Chef nooit zal vergeten. De directeur haalde een doosje tevoorschijn, brak een stukje asbest af en peuzelde dat op.
Petra Klene zegt
De moeders van mijn generatie gebruikten altijd van die handige asbestplaatjes om eten te laten sudderen op het gasstel. De nu streng verboden asbestplaatjes zijn nergens meer te koop. Ik heb net op tijd zo’n verschrikkelijk gevaarlijk asbestkookplaatje gered uit de keuken van m’n moeder en veilig gesteld in een doorzicht mapje en staat ergens tussen de vele boeken in huis. Overal zat asbest in huis in onze jeugd en overal dreigt mijn generatie vrolijk en ouder en ouder te worden. Ja, ik heb kennissen zien overlijden aan mesothelioom- asbest longkanker. Maar de algehele paniek over asbest kan ik niet delen.
Sjoerd zegt
Tja, het is pas paniek als de dokter je vertelt dat het foute boel is, maar dan is het te laat en staat je een afschuwelijke doodstrijd te wachten.