Er was een tijd dat ik heel hard liep, steeds harder en harder. Er zou een moment komen dat ik de wereld uit zou lopen, zo hard ging ik. Ik was jong en sterk, mijn lichaam getraind. Meestal liep ik ’s avonds hard, na tienen. Op een lange dijk naast een kanaal waaraan ook mijn huis lag. Schoenen aan en rennen maar in dat beschermende duister waarin ik niemand hoefde te groeten. Hé, hallo, jij hier?
Ik liep steeds verder, niet alleen harder, vele jaren lang. Het kanaal had ook een andere oever die ik beliep. En via die oever rende ik in een polder. Ik voelde mij daardoor steeds vrijer in mijn geest, in mijn doen en laten. Niemand dwong mij om hard en ver te lopen, ik deed het op eigen kracht.
Tegenwoordig hebben de mieren, spinnetjes, wormen en andere dieren in het gras, op de stoeptegels in de stad, alle gelegenheid om zich uit de voeten te maken als ik nader. Ik loop, maar door de op jeugdige leeftijd ontstane artrose niet hard en ver. Heel langzaam zet ik mijn voeten neer, heb geen bezempje nodig om de mieren enzovoort van mijn pad te schuiven, om ze te behoeden voor een pletterdood. Ik zie veel op mijn langzame reizen, misschien wel meer dan rennende mensen.
Moge iedereen een lang, gezond en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts.
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.

Willem zegt
Weg van de weg, maar daarmee meer op de Weg?