Een sms’je aan een vriend bracht de zaak aan het rollen. “Zorg jij alsjeblieft voor mijn oudste dochter,” zo ongeveer zou de inhoud ervan hebben geluid, lees ik in NRC Handelsblad van gisteren. De vriend ging poolshoogte nemen en alarmeerde de politie. Die trof een levenloze man, een vrouw en hun gehandicapte dochter aan. Een familiedrama.
Vandaag heet het bij de NOS dat de man, die leed aan zware depressies, zijn vrouw en kind heeft omgebracht. Een 25-jarige dochter blijft achter. Zij was niet thuis toen het gebeurde.
Vertrouwelijk contact
De man, Jan Peter Schmittmann, was een goede collega van me toen ik van 1994 tot 2000 bij ABN Amro werkte. Hij kwam als hoofd van de bankvestiging in Singapore terug om directeur bijzondere kredieten te worden op het hoofdkantoor in Amsterdam.
Bijzondere kredieten neemt de relatie over wanneer bedrijven in financiële problemen komen. Als hoofd van de persdienst van de bank had ik veel vertrouwelijk contact met Jan Peter over wat er aan publicitaire issues op ons afkwam. Ook later, toen ik bij Philips werkte en hij aan het hoofd stond van het Nederlandse deel van de bank, kwamen we elkaar nog wel eens tegen.
Hartelijke momenten
Wat moet je vanuit boeddhistisch perspectief met zo’n situatie? Ik was geschokt toen het nieuws van een familiedrama in de Larense villa van Schmittmann zaterdagmiddag in omloop kwam. Kijken en loslaten. Kijken, ja, maar loslaten?
Ik kijk naar de herinnering aan een energieke, daadkrachtige, open ex-collega met wie ik veel hartelijke momenten heb gekend. Ik kijk naar de schok die ik voel om het leed dat is aangericht en probeer me voor te stellen hoe ik mijn betrokkenheid het beste vorm kan geven. Mijn gevoel zegt me dat iets positiefs doen voor iemand anders waarschijnlijk het beste is.
Mensen die je kent, vrienden, voormalige collega’s, ze worden ouder. Ze worden directeur, generaal, kamerlid, staatssecretaris en minister. En eentje bezwijkt er onder zijn aandeel in de dukkha, begaat twee moorden en pleegt zelfmoord. Geld maakte niet gelukkig, kopte De Telegraaf.
Behouden vaart
Ik voel me niet bij machte hierover te oordelen. Dat doet boeddhisme met me. De moordenaar en de minister, ze zijn mij even lief. Mijn betrokkenheid geldt allen, de levenden en de doden.
“Dag Jan Peter, ik wens je een behouden vaart,” zegt een stem in mij. Tegen wie praat ik, en waarover? Tegen mezelf en over een wedergeboorteproces waarvan we in wezen het fijne niet weten. De herinnering aan de overleden ex-collega is een beeld dat in mijn herinnering is gestold. Een beeld van toen, niet de onbevatbare werkelijkheid van het drama van afgelopen vrijdagavond.
Ik blijf achter met een overweldigend gevoel van niet-weten. Ik? Wie?
En Kanzeon, zij hoorde en hoort alles gelijkmoedig aan, vol mededogen met hen die lijden.
Marjita zegt
Wow..wat een heftig gebeuren. En wat integer en compassie-vol beschreven. Dank je wel, Jules.