Soms beeld ik me in dat ik, net als die andere André, vanuit een ruimtestation de aarde bekijk. Werelddeel na werelddeel schuift langs. Ik denk daarbij aan wat de Braziliaanse dichter Mário Quintana over de aarde zei:
‘Het is waar dat ze al sinds lang
wat gekriebel voelt.
Een lichte jeuk die soms verergert:
ze weet niet dat het de mensen zijn…
Ze weet niet dat het de mensen zijn
met hun oorlogen en andere
communicatiemiddelen.’
Mijn eigen werelddeel kriebelde en jeukte dominant mee. Europese koloniale machten verbouwden op gewelddadige wijze het wereldtoneel. Vanuit het continent woedden binnen dertig jaar twee wereldoorlogen. Een derde dreigt te ontstaan.
Curieus: de laatste tijd is mijn werelddeel opgeschoven van het centrum van de wereld naar de marge, van de hoofdrol naar een bijrol. Europa is de tovenaarsleerling die wereldwijd een kunstje uithaalde, en nu niet goed raad weet met wat hij heeft aangericht.
Intussen nemen de ooit gedomineerde werelddelen het initiatief over. Zij bepalen steeds meer het aanzicht van de wereld. Dat geldt voor de VS, maar ook voor de BRICS-landen. Democratie, als Europese uitvinding, is daarbij lang niet altijd vanzelfsprekend. Mensenrechten worden niet overal gerespecteerd.
Die geopolitieke verschuiving levert onrust en onvoorspelbaarheid op. In Europa zoeken landen al broddelend en verbrokkelend naar manieren om cultureel, politiek en economisch te overleven. In de EU en de NAVO onderhouden ze een moeizame LAT-relatie met elkaar. Nationalisten en autocraten bepleiten isolement in Vesting Europa.
Hoog tijd voor bezinning en zelfonderzoek, gevoed door kernwaarden uit de Europese culturele traditie. Is oorlog wel zo’n goed communicatiemiddel? Hoe kunnen landen en werelddelen de wereld met elkaar delen?
Zelf veroorzaakte crises zorgen bovendien voor meer dan jeuk. Ze bedreigen de levensduur van aarde en mensheid. Hoe om te gaan met dat extra gevaar?