Op school leren onze kinderen en kleinkinderen tegenwoordig vooral weetjes. Ze leren niet of – naar mijn mening – nauwelijks zelf nadenken. Omdat ik verhalen vertellen nu eenmaal leuk vind, en over een goed ontwikkelde fantasie beschik, schijf ik graag fantasieverhalen. In een van die verhalen zegt een teddybeer: “Om eigenwijs te zijn, moet je wijs genoeg zijn om je niets aan te trekken van de wijsheid van anderen, die hun wijsheid ook weer van anderen hebben gekregen. Mijn wijsheid komt nergens vandaan, dus alle wijsheid die ik heb, komt van mijzelf. Of dat wijs is, weet ik niet, maar ik ben er wel altijd heel blij mee.” Een teddybeer van mijn hart!
Sinds kort laat ik mijn fantasieverhalen door anderen lezen. Op dringend verzoek van een proeflezer leverde ik daar laatst een verklarende woordenlijst bij. Daarin staat onder andere (ingekort):
Eigenwijsheid
Door volwassenen vaak negatief gewaardeerde eigenschap zonder welke kinderen onmogelijk de wereld om hen heen kunnen verkennen en duiden. Volwassenen noemen iemand – meestal een kind – eigenwijs wanneer zij vinden dat het betweterig; eigengereid; halsstarrig; koppig; ongehoorzaam of ongezeglijk is en niet ontvankelijk voor raadgevingen. In plaats daarvan zouden ze eens met ‘eigenwijze’ kinderen in gesprek moeten gaan om erachter te komen wat die kinderen eigenlijk beweegt. Kinderen die altijd de raad van ouders, leerkrachten en andere betweters aannemen, veranderen voortijdig in uitgegroeiden (= mensen die zich geestelijk niet meer ontwikkelen).
Je kunt eigen-wijsheid ook als twee losse woorden schrijven. Als je dat doet, is onmiddellijk helder dat het om iets gaat dat altijd ‘eigen’ is geweest of in de loop van het leven ‘eigen’ is gemaakt. Eigen-wijsheid is in ieder geval niet de wijsheid van een ander!
Zelf was ik als kind stronteigenwijs, volgens mijn ouders, docenten, en andere betweters. Daardoor raakte ik menigmaal in grote problemen, want eigenwijsheid van kinderen is onder volwassenen niet erg populair, en al helemaal niet op scholen. Het moet krachtig bestreden worden, de kop ingedrukt en uitgedreven. De gang op! Strafwerk! Het is niet gelukt. Als drop-out en notoire dwarsligger ben ik op een of andere manier door een werkzaam leven gerold. Als gepensioneerde non-conformist verbaas ik mij regelmatig over van alles en nog wat, mij afvragend waarom veel mensen niet wijzer zijn. Ze zouden meer naar kinderen moeten luisteren…
Neem de moderne diploma-, getuigschrift-, bul-, certificaat-, oorkonde-, deelnamebewijsgekte als voorbeeld. Ik vraag mij oprecht af of alle filosofen, wetenschappers, uitvinders en kunstenaars van vroeger wel over de juiste diploma’s, getuigschriften, bullen,-, certificaten-, oorkonden-, deelnamebewijzen en andere velletjes bedrukt papier beschikten om te mogen doen wat ze deden. Maak nu niet de vergissing te concluderen dat ik tegen diploma’s, getuigschriften, bullen,-, certificaten-, oorkonden-, deelnamebewijzen ben. Dat ben ik namelijk niet. Ik heb er evenwel allerlei bedenkingen bij. Het zijn vrijwel allemaal weetjes-bewijzen. Niets meer of minder. Ze zeggen vrij weinig over wijsheid. Noch over eigen-wijsheid, noch over het zich eigen hebben gemaakt van wijsheid afkomstig van anderen. Het is nog steeds zoals mijn goede vader (die ook eigenwijs was) zei: “Als je van de lagere school komt, weet je een heel klein beetje over heel veel. Na de middelbare school weet je meer over minder. Na de universiteit weet je veel over weinig. En nadat je gepromoveerd bent, weet je vrijwel alles over bijna niks”.
Wanneer je ‘geleerd’ bent, ben je niet ‘wijs’. En een wijze hoeft zeker niet ‘geleerd’ te zijn. Veel weten is nuttig, maar maakt iemand nog geen levenskunstenaar of levensgenieter. Ik ben ervan overtuigd dat je beter ‘wijs’ dan geleerd kunt zijn, maar zie overal om mij heen dat weten hoger ingeschaald wordt. Dat leidt ertoe dat er puissant rijke weters zijn die niet wijs genoeg zijn om dat wat zij met al hun weterij hebben verkregen te delen met minder bedeelden. Ze gaan rijk dood! Wijsheid is van onschatbare waarde. Een wijze verdient daardoor wellicht ook minder. Tot slot dan nog maar een paar lemma’s uit mijn verklarende woordenlijst:
Geld
Ook wel het slijk der aarde genoemd. Het schijnt niet te stinken, maar mensen die er veel van hebben zijn wel stinkend rijk. Over ‘geld’ is veel te zeggen, maar ik volsta met: ruilmiddel dat veel mensen liever niet willen ruilen. Ze sparen het liever op. Het grappige is dat ieder mens zonder geld ter wereld komt en ook zonder geld weer weggaat.
Wijsheid
Volgens sommigen bestaat wijsheid uit kennis die is opgedaan door levenservaring. Dat zou inhouden dat kinderen niet wijs kunnen zijn, want je kunt stellen dat een klein kind minder levenservaring heeft dan een oudere. Ik ga voor het Hebreeuwse ‘chockma’ dat de betekenis heeft van ‘inzicht in de weg die men gaan moet’. Wijsheid heeft mijns inziens meer met inzicht dan met kennis te maken. Kennis is een kwestie van weetjes verzamelen; weetjes opslaan en op commando reproduceren of tot iets nieuws aan elkaar breien. Inzicht is meer ergens inkijken, iets doorzien, doorvoelen, ervaren als behorende tot wat wezenlijk is. Dat gaat verder dan opgedane kennis door levenservaring.
Louis zegt
Citaat van een Groenlandse sjamaan: Kennis is herrie totdat het in de spieren zit!