Ik was gisteren met mijn vriendin/partner, de kleindochter van zeevisser Thijmen, bij tuincentrum Zwinkels aan de ‘s-Gravenweg in Rotterdam-Kralingen om er struikjes te kopen voor op het balkon van de Kloosterbunker. Wij, Rotterdamse nonnen en monniken, leven met plezier in het groen ook al is dat elf meter boven de aarde. Ik kom graag bij Zwinkels omdat het een familiebedrijf is en de familieleden niet gekleed gaan in uniformen maar in trui en broek. We slaagden in onze aankoop en het is groen op het balkon.
Er is nog een andere reden dat ik graag op die ‘s-Gravenweg kom. Mijn overgrootvader Teunis woonde er met zijn gezin. Mijn oma is er geboren. Het was een echte Kralingse familie. Overgrootvader was een lange man die in rechte staat niet door de deur kon maar moest buigen. Het zou wel iets voor de Kloosterbunker zijn, zo’n lage deur met automatische buiging. Al knikken de nonnen en monniken hier niet graag. We zijn immers allen gelijk?
Toen ik een erg klein ventje was, heel lang geleden, de dood loert nu qua leeftijd, ging ik met mijn oma Trui lopend vanuit het Oude Noorden naar de ‘s-Gravenweg om bij opa Teun de door mijn oma gewassen kleding te brengen. Ik heb daar nog vage herinneringen aan. Het huisje was erg klein voor een gezin met acht kinderen en de ouders, veel te klein. Die pandjes voldeden absoluut niet aan de in de Woningwet vastgelegde normen. Maar de familie woonde er al vele decennia in het toen nog mooie buitengebied van Kralingen. En wat zeur je dan?
Altijd als ik over die ‘s-Gravenweg rij zoeken mijn ogen en hart het huisje tijdens het passeren. Aan de weg staan tegenwoordig dure huizen, villa’s ook. Met af en toe nog de originele bebouwing, waaronder het huisje van mijn overgrootouders. Het wordt door de villabewoner tegenwoordig gebruikt als pakhuis om er spullen in op te slaan. Ik word er verdrietig van, al is alles vergankelijk.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!