De advaita-filosofie is behoorlijk populair hier in het Westen. Het werd hier vooral bekend door de boodschap van Sri Ramana Maharshi en Sri Nisargadatta, bekende Indiase leraren uit de vorige eeuw. Alexander Smit werd misschien Nederlands bekendste advaita-leraar. Hij was een leerling van Nisargadatta, die bekend werd door zijn boek Ik Ben.
In de advaita-beweging is iedereen verlicht. Want onze ware natuur is immers God/atman/bewustzijn/niets/… Jij bent Dat. En wat valt er dan nog verder te doen? Jij bent de ultieme werkelijkheid, dat geen bepaalde ervaring is.
Maar toch?
Natuurlijk kennen we het gedachtegoed dat God in iedereen is en dat de innerlijke vonk niet verschilt van het kosmisch vuur. Dat de druppel en de oceaan een zijn. En dergelijke.
Dit doet me echter denken aan een stenen kruik, die een innerlijke en uiterlijke ruimte heeft. Laten we zeggen dat we deze stenen kruik zijn. Dat alle stenen kruiken geloven in een innerlijke ruimte en een oneindige uiterlijke ruimte. Voor mij is deze kruik de body-mind.
Op een dag breekt de stenen kruik in tientallen stukken. En verdwijnt direct de innerlijke- en uiterlijke ruimte: is er enkel nog sprake van ruimte. Eigenlijk bestond de illusie van een innerlijke- en uiterlijke ruimte door de aanwezigheid van de stenen kruik (body-mind).
Laat staan dat in jouw denken, in jouw filosofie, de uiterlijke ruimte de waarnemer is.
Maar deze stelling heeft te maken met de stenen kruik, nietwaar?
In werkelijkheid is er geen uiterlijke waarnemer. En bestaat er geen object. Als onze geest transformeert, ontwaakt, valt de waarnemer en het object tegen elkaar weg. Zal er sprake zijn van keuzeloos gewaarzijn. Ik-en-mezelf of uiterlijk en innerlijk bestaan dan niet langer.
Met ander woorden: praten over een innerlijke en uiterlijke God of praten over de druppel en de oceaan is het ontbreken van de waarheid.
Mogelijk bedoelde de Boeddha dat ook met anatman (geen-zelf).