Het zal tegen half vijf vanmorgen geweest zijn, ik was bezig berichten te verzamelen voor de krant van vandaag, dat ik de stemmen hoorde. Nee, niet in mijn hoofd, maar buiten. Ze kwamen door de geopende deur de Kloosterbunker binnen.
Zo te horen waren het stemmen van jonge mensen, mogelijk was er ook een kind bij. En een man die zich af en toe mengde in het gesprek. Ik zag de sprekers niet. Na een half uur verstomden ze.
Het gebouw van de Kloosterbunker en de gebouwen van andere monniken en nonnen van andere gezindten in de directe omgeving zijn in de jaren zeventig door een Duitse architect ontworpen. Ik weet niet of het haar bedoeling was maar ze fungeren als microfoon, versterker en luidspreker. Met name stemmen galmen op een prettige manier rond. Om de privacy te garanderen hoor je niet wat er gezegd wordt.
Aan de voet van het Kloosterbunkergebouw is een klein parkje met een bankje. Daar zitten soms ’s avonds ook mensen met elkaar te praten. Af en toe zijn er ook kinderen bij, die spelletjes doen in het gras. Ze zijn blij, dat hoor ik. Echo’s zijn mooi en getuigen van leven. Ik vraag me af: blijven de stemmen van vanmorgen bewaard? Worden ze steeds ijler maar blijven ze ergens, in het universum.
Zou ik ook de stemmen van mijn overgrootouders terug kunnen horen? Wel verdund, zoals homeopathische middelen, waarin de werkzame stof nauwelijks terug te vinden is maar sommige ervan toch werken. Of met een radiotelescoop.
Moedig voorwaarts!
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.