Van waarnemer ben ik gepromoveerd, jullie mogen het ook gedegradeerd noemen, tot gluurder.
Met mijn verrekijker gluur ik naar situaties op straat die ik voorheen waarnam. Een vriend van mij, die bij de politie werkt, zegt dat het strafbaar is, dat gluren met een verrekijker. Ik begrijp dat niet. Met het blote oog naar mensen kijken mag wel, met een instrument niet. Je ziet hetzelfde alleen dichterbij.
Ik gluur ook niet bij mensen naar binnen, leg dat gluren ook niet vast op beeld, het zijn vluchtige momenten die ik begluur, ze zijn zo weer verdwenen. Vergankelijkheid.
Toch ben ik wel bang dat als de zon door de acht meter brede ramen van de Kloosterbunker schijnt, de monniken in een concurrerend klooster hier tegenover de schittering van de glazen van mijn verrekijker zien. Dat ze verhaal komen halen. Voor je het weet sta je bekend als gluurder, een oude, vieze gluurder. Dus gluur ik nooit als de zon hier naar binnen schijnt. Zo heeft het leven zijn beperkingen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
