Gisteren keek ik naar een documentaire over een boerin met een voedselbos. Het gebied levert vrijwel het hele jaar groenten en fruit aan de boerin en klanten. Voordat het zover is zijn sinds het planten van de bomen en struiken wel tien jaar voorbij gegaan.
Veel decennia terug, ik was nog een kind, had mijn vader ook een voedselbos, maar dat wist hij niet omdat die naam nog niet was uitgevonden. Hij was de zoon van de beroemde dahliakweker Johannes Vink, mijn opa dus, die zijn kwekerij op Terbregge bij Rotterdam had. Na zijn dood werd de grond verdeeld onder zijn zoons, onder wie mij vader.
Er groeide van alles op dat stuk grond, sla, komkommers, koolsoorten, bieten en zo en aan de bomen hingen appels, peren, pruimen. Het water waarmee de groenten besproeid werden kwam uit een brede sloot. De opbrengst van de grond, het fruit en groenten en aardappelen, werd gratis verdeeld onder de familie, vrienden en anderen die in het Oude Noorden van Rotterdam woonden. Solidariteit was toen heel gewoon.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
