“Weet je dat mijn spirituele gesprekspartners, de goeroes met al hun vermeende talenten, voornamelijk met zichzelf bezig zijn. Het lijkt wel alsof de buitenwereld voor hen niet bestaat.”
Een keer in de zoveel tijd heb ik uitgeefoverleg met een collega van een andere krant. We lachen wat af als we onze dagelijkse persoonlijke en journalistieke ditjes en datjes de revue laten passeren. We schuwen geen enkel onderwerp: de valkuilen in de journalistiek, de zeurpieten, de Bewakers van Organisaties die menen het verkeer handmatig te moeten regelen terwijl er al verkeerslichten staan op dat kruispunt die de verkeersstroom ordenen, nepleraren en valse profeten, paarden en natuur komen aan de orde en veel mooie en lieve dingen.
Hoe is dat in jouw wereld, vroeg de andere uitgever aan mij, onderwijl een hap mie naar binnen werkend. Met die ‘wereld’ bedoelt hij het boeddhisme.
Weet je wat, repliceerde ik, je moet jouw spirituele gesprekspartners eens vragen hoe de maatschappij er uit zou zien als ze er niet waren. Heeft hun spirituele gedoe voor veranderingen gezorgd? De andere uitgever keek mij bezorgd aan. Kan je dat zomaar vragen? Ja hoor, antwoordde ik nogal hovaardig en niet luisterend naar dat stemmetje in mij dat brulde: Wie ben jij om anderen de maat te nemen.
Ik ben eens na gaan denken over wat mijn collega zei. In hoeverre hebben al die boeddhistsiche stromingen, groeperingen en sangha’s en ook al die duizenden loslopende boeddhisten in Nederland en België voor een verandering van en in ons maatschappelijk bestel gezorgd. Ik weet het niet. Hoe zou de wereld er uit zien als Jezus nooit was geboren? Ik weet wel dat er mensen zijn in wiens voetsporen ik graag zou willen treden, zoals Mandela, Ghandi, Marten Luther King en ook wel de Boeddha. Maar hoe zou de wereld eruit zien als Boeddha nooit was geboren?
Ik ben geen boeddhist, wel een volger van de dhamma, de leer van de Boeddha. Al weer een tijdje. Ben ik zelf veranderd door de beoefening, het zitten, het jarenlang in afzondering leven? Heb ik mijn partner, gezin, familie, buren, collega’s, werkgever, de zwervers op straat, de criminelen met wie ik omging, gelukkiger gemaakt. Hebben ze een beter leven nu ik een dhamma-volger ben geworden. Ik denk het niet. In mijn uitingen naar anderen toe ben ik nog steeds dezelfde. Ook vroeger, toen ik nog niet praktiseerde, wenste ik al iedereen een lang en gelukkig leven toe. Zo geleerd van mijn ouders. En ik gaf weg wat ik te missen had.
Toen ik pas het pad volgde, begon ik ook te mediteren. Het was een vreugdevolle maar ook verschrikkelijke tijd. Vreugdevol omdat ik in een sangha terecht kwam, met gelijkgestemden optrok en van mijn leraar uitleg kreeg over de Boeddha en zijn leer. Verschrikkelijk omdat ik in meditatie vreselijke visioenen kreeg, diep weggestopte nare herinneringen weer boven kwamen, vaak gerelateerd aan mijn werk als politieverslaggever. Monniken adviseerden mij een tijdje met mediteren te stoppen, voordat ik matteklap werd. Maar ik zette door en kwam vanuit die blaartrekkende- en koude hellen weer op mijn voeten terecht. Ik had het gevoel alsof ik een lange retraite achter de rug had. Zo zuiverend en leerzaam ook. Ik vond mijn ware aard, als die al bestaat. Ik ben er zelf gelukkiger door geworden.
Maar de vraag blijft: maken boeddhisten anderen gelukkig? Wat voor waarde heeft het om je tijdens een straatretraite een paar dagen onder zwervers te mengen, brood en soep met hen te delen, terwijl je weet dat er thuis een warme douche, een heerlijk bed en eten wachten.
Misschien mag ik de vraag niet eens stellen. Toch doe ik dat wel eens tijdens een interview. Maar ik heb er nog nooit een voor mij bevredigend antwoord op gekregen. Is de kwestie een koan? Ik geloof dat president Kennedy eens heeft gezegd: Vraag niet wat de samenleving voor jou kan doen, maar wat jij voor de samenleving kan doen.
Ik weet dat ik onder boeddhisten niet helemaal alleen ben in het stellen van de vraag. Taigu, die voor het BD prachtige teksten schrijft, riep ooit boeddhisten op iets te doen aan al dat geweld in de wereld. ‘Zitten, ademen, toelaten, niet veroordelen, ik ken het procedé, maar wanneer ik mijn kruintje omhoogtrek en mijn kin naar binnen, dan moet ik oppassen dat ik niet ga kokhalzen voordat ik goed en wel begonnen ben. Dus, ben ik eigenlijk wel een goede zenboeddhist’, vroeg hij zich af.
Soms denk ik wel eens dat ik maar Heilssoldaat moet worden, die doen tenminste wat.
Moedig voorwaarts!
Ludo zegt
Twijfelen doet iedereen; vragen en antwoorden komen en gaan.
Het loont de moeite om vertrouwen te hebben in alle positieve zaken die je weloverwogen en met volle overtuiging doet.
Niet makkelijk maar moeilijk kan ook.
De moeite om vol te houden! (schrijft hij die dit 1.000 x / dag probeert te doen).
Warme groet!
Mark zegt
Ik betwijfel of ik van uw symphatieke overwegingen kennis had genomen wanneer u geen Boeddhist was geworden.
Met vriendelijke groet,
Mark
Rafael zegt
Twijfel en fantasie… geven verandering in onze mensen wereld..
Ik las ooit een boek over een tijdreiziger, die miljoenen jaren terug op een vlinder 🦋 stapte… En terug in zijn tijd alles had verandert .. theoretisch en wiskundig kan het kloppen.. daar hou ik mij maar een beetje aan vast .. elke daad, woord etc wie weet helpt het 🙏 en ik vindt dat Joop als Zenboeddhist net als onze heilsoldaten en veel anderen prima werk doet .. de eene op straat de andere op internet (maar ja wie ben ik 🤔)