Theo is bijna vijfenzeventig en ik ken hem nu zo’n vijf jaar. Een paar jaar heb ik hem iedere week in de gevangenis bezocht. Inmiddels is hij alweer bijna drie jaar vrij. Het gaat gelukkig goed met hem. Erg goed.
Dat is helaas niet het geval met andere mannen die ik in de gevangenis leerde kennen, zoals Thomas waar ik de vorige keer over schreef. Ook met Isaac gaat het niet echt goed; hij doet het nu nog prima in zijn begeleid wonen huis maar hij mag binnenkort zelfstandig onder begeleiding op afroep wonen. Hij rookt weer regelmatig een joint en sinds kort gebruikt hij ook weer cocaïne. Ook komt hij in de weekenden weer in zijn oude milieu wat niet goed voor hem is. Zijn begeleider en ik bespraken dat het beste voor hem zou zijn te blijven waar hij zit. Maar dat gaat hij niet doen, hij weet dat hij recht heeft op een andere woonsituatie en daar gaat hij voor, hoe slecht dat waarschijnlijk ook gaat aflopen.
Theo vertelde dat hij blij is dat ik in zijn leven ben, ‘je bent een soort familie voor me, in de gevangenis was jij er iedere week en toen ik vrij kwam was jij er om me op te halen en me naar mijn nieuwe huis te brengen.’ Theo heeft geluk gehad. Hij heeft in de gevangenis met hulp van een vrijwilliger een woning gevonden in de buurt waar hij vandaan komt. Hij heeft vriendelijke buren en doet aan activiteiten mee die voor bejaarden georganiseerd zijn. Hij heeft zijn AOW en op zijn elektrische fiets komt hij overal waar hij wil zijn. In september gaat hij met een groepsreis naar de Alpen. Hij is gelukkig. Aan het einde van ons laatste telefoongesprek zei hij, ‘je mag nog niet doodgaan hoor, ik ben veel te blij dat je in mijn leven bent.’ Ik zei dat dat ook voor mij geldt want ik heb veel van Theo geleerd, erg veel geleerd. Hoe je ontspannen in het leven kunt staan ondanks wat je overkomt. Hoe je iedere dag optimistisch kunt zijn en niet te zwaar aan het leven hoeft te tillen. En, al overkomen je de naarste dingen, hoe je toch positief kunt blijven. Binnenkort organiseert hij een barbecue waar ik ook voor uitgenodigd ben.
Met mannen met wie hij in de gevangenis zat schrijft Theo regelmatig. Zij op hun beurt vragen me regelmatig hoe het met hem gaat en of hij nog een keer op bezoek zou willen komen.
Naast Theo, Thomas en Isaac heb ik regelmatig contact met Henk. Henk is een verhaal apart, daar heb ik het een andere keer over. Wat zijn mensen toch bijzonder en wat ben ik blij dat deze mensen op mijn pad zijn gekomen want ik leer ontzettend veel van ze. Wat zou de maatschappij ook ontzettend veel van ze kunnen leren wanneer de tijd genomen wordt écht naar ze te luisteren. Veel onnodig leed van zowel dader als slachtoffer zou dan voorkomen kunnen worden.