Vorige week zaterdag, 7 mei, is Wim Noomen plotseling overleden. De dag ervoor had hij nog gereageerd op de aflevering van Vrijdag Zindag van die week, over stedentrips.
De laatste jaren reageerde Wim wekelijks op wat ik schreef, eerst op de druppels, later op de Vrijdag Zindagen. Binnen een uur nadat ik iets plaatste, vond ik zijn commentaar in mijn inbox.
Veel vaste lezers zullen genoten hebben van zijn inbreng. Zijn reacties waren een mix van wijsheid, eruditie, betrokkenheid, humor, taalvaardigheid en een geheel eigen geloofsbeleving.
Wim en ik kenden elkaar van de Vrije Universiteit. In januari 2020 ontmoetten we elkaar na lange tijd weer eens, tijdens een bijeenkomst op de VU. Ik vertelde hem over mijn website en schrijfsels. Vanaf die tijd reageerde hij steevast met een originele doordenking van het weekthema.
In deze Vrijdag Zindag en die van volgende week eer ik zijn nagedachtenis met een bloemlezing uit zijn inspirerende reacties.
Misschien eerst maar ‘als de kinderen worden?’
Ik denk dat het denken in overeenkomsten eerder gediend is met het erkennen van verschillen tussen mensen, en daaraan de vraag te verbinden hoe deze dienstbaar aan de medemensen gemaakt kunnen worden.
Misschien is het leven wel deze droom: meegevoerd worden op een stroom van levend water naar een vaste grond.
God mag dan een vaste burcht zijn, maar de aardse poortwachters zouden de omgeving wat beter in de gaten moeten houden.
We zullen de geesten die willen heersen, moeten blijven onderscheiden van de geesten die willen dienen, én partij kiezen voor het dienen. Dat de boodschap van Jezus daartoe oproept, lijkt mij de vertaling van een versie die zich niet voor relativering leent.
Het lijkt zo eenvoudig. Het is het niet, want o, dat menselijke tekort. Maar leven is meeleven en vraagt inspanning en toewijding.
De Corona-crisis confronteert ons met effecten van ons gedrag in de achterliggende decennia, dat in zijn effect nu wereldwijd verwoestend lijkt te zijn, omdat wij er geen oog voor wilden hebben en waarschuwingen niet serieus namen. Met een koel hoofd en een warm hart is beleid mogelijk waarin de kwaliteit van leven voorrang heeft boven de kwantiteit van geldstromen. Tenzij het stromen zijn die vrolijk zingen. Ook met ruw gewassen handen kan vrolijk naar omhoog worden geklapt, met een geparafraseerd woord van de Psalmdichter!
(N.a.v. digitale kerkdiensten) Beelden kunnen een eigen taal spreken, maar hoe zorgen we ervoor dat ‘het Woord dat ons ten leven riep, niet te hoog en niet te diep’ is voor ‘de wereld’? Ik denk dat het nodig zal zijn vaker te zeggen: ‘Zusters en Broeders, Beste kijkers, ik weet het ook niet, maar toch…’, om zo iets van de hoop te laten blijken die ons motiveert om door te gaan.
Ik geef de hoop niet op dát het anders kan, maar dan zijn wel gezaghebbende mensen nodig die een visioen hebben en daaruit een visie ontwikkelen, die in de loop van een aantal jaren gedeeld zal moeten worden.
De wortel van het Kwaad zullen we niet kunnen uitroeien, althans, die illusie heb ik niet, maar het ‘Adam, waar ben je?’ blijft klinken en dan moeten we ons maar bloot geven.
(Wim reageerde regelmatig met een haiku)
Leven is kiezen
Voor of Tegen of Weet niet
Adam, waar ben je?
Samen leven is samen delen. Nou ja, dat is (nog) niet zo maar het zou wel mooi zijn op onze planeet!
Zonder de franje van de (mijn) religie voel ik me kaal en lukt het mij niet goed om met het onbegrijpelijke te leven.
Wat zindelijk denken betreft, moeten we blijven werken aan het ontwikkelen en onderhouden van open ogen en open oren, en het raadplegen van gecertificeerde opticiens en audiciens niet schuwen. Horen, Zien én Spreken!!!
Op het wandtegeltje werd de tekst ‘Tot Gods eer’ na ‘Nimmer dralen, immer intens werken’ weg gelakt. De koopman won het van de dominee.
Kiezen we voor een andere manier van kijken om te kunnen vergelijken en om de geest te verrijken, of zijn we ‘merkvast’ omdat iets nieuws onzeker maakt?
Macht kan worden afgedwongen door de inzet van machtsmiddelen, gezag moet worden verworven en geaccepteerd.
Misbruik van charisma vraagt om ‘Tegen-charisma’, zoiets als een profetisch getuigenis.
Het maken van keuzen wil ik verbinden met de vraag of ik de ander die mogelijkheid bied. Dat ik mijn keuzemogelijkheden daarmee beperk, is ook een keuze.
Recht en vrede zijn in deze werkelijkheid vaak ontoereikend, maar men kan wegdromen naar en dromen van een toekomstige werkelijkheid waarin ‘de vrede met een kus van het recht wordt begroet’ in de woorden van de Psalmist. Heerlijke Fantasie!
Annexeren wij de boodschap van Jezus voor ons eigen belang of willen wij daarmee het belang van anderen dienen? Het blijven zoeken naar een antwoord op die vraag, met de bedoeling het te vinden, houdt mij bij de les, maar of ik ooit een voldoende haal?
Aan het gebruik van fossiele brandstoffen moet een einde komen, maar wat zou ik graag vurige kolen op het hoofd van Poetin hopen.
(Uit Wims laatste reactie, 6.5.22)
Een Stedentrip vraagt om een luisterend oor. Dissonante stemmen kunnen verrijken maar ook ver reiken.
De onbekende duur van de ons toegemeten tijd, maakt van kloktijden Bloktijden, om ‘er iets moois van te maken’.
Voor mij ligt de waarde van het opruimen hierin, dat wat overblijft de mogelijkheid biedt anderen daarmee te verrijken. ‘Typisch Pap’ is mij dan dierbaarder dan ‘Wat, had hij daar óók belangstelling voor?’.
Waarom zouden we over de dood moeten praten? Om angsten te bestrijden, om achterblijvers gerust te stellen en verzorgd achter te laten? Ik denk dat een gesprek over de dood ten diepste over het leven moet gaan waaraan een fysieke grens is gesteld, waarna ons ‘grensoverschrijding’ wacht die barmhartig belicht wordt. Eindigheid, van oorsprong tot einde omgeven door eeuwigheid.
Volgens kerkvader Ambrosius is poëzie, naast muziek, één van de vleugels waarop de ziel, gedreven door hoop en liefde, omhoog gedragen wordt naar God. Zou de ziel, zonder God, blijven zweven, gedreven door eindeloos zoeken naar zin?
Zoekend begin
zonder eind,
niet aangelijnd.
Jouw ‘Druppel’ blijft op de regenjas van mijn denken hangen.
Oef! Dit is geen druppel maar een bui. Hoe houd ik het droog?
Niet omdat het moet,
maar wel omdat het mag,
groet
ik je, met Goedendag!