Dit zijn Gift en Noe. Ze zitten op de Wittayakom School in Mae Rim, een stadje dat tegen Chiang Mai aangeplakt ligt. Zo’n 10% van de 1500 leerlingen is afkomstig uit de hill tribes in de bergen rond de stad. Gift en Noe zijn Shan meisjes. De Shanpopulatie is de grootste minderheid in Myanmar. Vanwege de achterstelling en vaak gewapende conflicten is een deel ervan in Thailand neergestreken. Ook daar behoren ze tot de achtergestelde bevolkingsgroepen, maar de situatie is in ieder geval veel veiliger dan over de grens.
De Thaise scholen verschillen nogal van de Nederlandse. Heel in het oog springend zijn natuurlijk de schooluniformen. Verder gaat het er zo’n beetje aan toe zoals toen ik 55 jaar geleden naar de lagere school ging. Voordat de school begint stellen de leerlingen zich per klas in rijen op. In mijn schooltijd waren er dan wat mededelingen van de hoofdbroeder voordat we klas voor klas naar binnen marcheerden. Hier wordt om 8:00 stipt de vlag gehesen en het volkslied gezongen.
Wat opvalt is de omvang van de terreinen waarop de scholen gevestigd zijn. Niet slechts een gebouw met een schoolplein, maar veel open ruimte en veel groen, met overal plekjes waar groepjes leerlingen met elkaar zitten te werken. Alle leslokalen zijn volgepropt met tafeltjes en stoeltjes, soms zelfs simpele houten krukjes. Zitcomfort lijkt in Thailand geen issue, zoals dat in goed Nederlands heet. Ook in restaurants heb je vaak niet meer dan een houten krukje, of als het meezit een plastic kuipstoeltje. Op de scholen is dat dus niet anders. Op de galerijen vóór de klaslokalen zitten ook weer veel groepjes scholieren, gewoon op de grond. Kom daar maar eens om in Nederland.
Ook de hiërarchie doet erg denken aan mijn eigen schooltijd. Met de leerkrachten wordt niet gediscussieerd: die hebben altijd gelijk. Buitenlanders die Engelse les geven worden daar wel eens mismoedig van. De hiërarchie zit zó ingesleten dat een vrije discussie voeren vaak niet mogelijk is. Het in onze ogen meest bizarre voorbeeld is de student die een vraag niet durft te stellen omdat hij bang is dat de docent het antwoord niet weet. Dat zou een blamage voor die docent zijn, en voor de student is het ernstig als hij dat op zijn geweten heeft. Naar de andere kant werkt het ook door: de leraar die ideeën heeft over hoe effectiever les te geven wordt vaak niet geacht die te uiten, want de lesmethode wordt door de directie vastgesteld.
Er is een enorm netwerk van schoolbusjes, dat er voor zorgt dat alle leerlingen om 8:00 uur ook daadwerkelijk op het schoolplein staan. Omdat er een vrije schoolkeuze is, komen de leerlingen uit allerlei plaatsen en gaan leerlingen uit een bepaald dorp niet allemaal naar dezelfde school. Sommige schoolbusjes zijn daardoor meer dan een uur onderweg om de leerlingen op te pikken en af te leveren. Freshy, ons buurmeisje in Nang Lae had de pech om iedere dag als eerste te worden opgehaald en als laatste weer te worden thuisgebracht. Dat betekende dat ze van 6 uur ’s morgens tot 6 uur ’s middags van huis was, waarvan ze 3 uur in het schoolbusje doorbracht, en dan thuis nog huiswerk moest maken. En Freshy was pas een jaar of 7.
Het dorpje van Gift en Noe ligt zelfs voor het schoolbusjessysteem te afgelegen. Daarom verblijven ze door de week in een speciale opvang voor leerlingen die te ver van school wonen. Er zijn een paar stichtingen die die opvang verzorgen, vreemd genoeg vooral op Christelijke grondslag. Gift wil nadat ze deze school heeft afgerond verder studeren om tandarts te worden. Noe heeft nog geen concreet vervolgtraject voor ogen.
Dat we vandaag Gift en Noe ontmoeten komt omdat we met enkele mensen van FERC vier scholen bezoeken, in het kader van de sponsoring. Tijdens die bezoeken praten we ook met de gesponsorde scholieren. Zo zitten we een uur later aan tafel met Mai, die naar de Naramindarajudis Phayap School aan de rand van Chiang Mai gaat.
Mai komt uit een Hmong-dorpje dat zeer populair is bij toeristen, omdat het het dichtst bij Chiang Mai liggende hill tribe-dorpje is. Er wonen ongeveer 200 mensen in haar dorp en Mai wil Engels en Chinees gaan studeren, om later in haar eigen dorp als gids te kunnen werken. De mensen in haar dorpje vormen een zeer hechte gemeenschap, die ervoor zorgt dat de Hmong-tradities niet verdwijnen. Niet alleen omdat ze zich daarmee verbonden voelen, maar ook omdat ze heel goed beseffen dat het hun bron van inkomsten is.
Mai houdt van de vele verschillende culturen die op school bij elkaar zitten, maar wil uiteindelijk toch weer in haar geboortedorp terugkeren. Haar dorp ligt te ver van school om dagelijks op en neer te kunnen reizen, maar haar zus woont in de stad, dus daar verblijft Mai tijdens de schooldagen. Op vrije dagen is ze bij haar ouders en draagt ze ook de volledige Hmong klederdracht. Hoe haar Chinees ervoor staat weet ik niet, maar met dat Engels gaat het in ieder geval wel lukken. Na een aarzelend begin staat ze ons in behoorlijk goed Engels te woord.
Van Mai’s school, met ongeveer 1700 leerlingen, rijden we naar de relatief kleine Hor Pra School in het oude centrum Van Chiang Mai. Die school telt 550 leerlingen, onder wie Ice en Eggue. Ze komen allebei uit de stad zelf. Eggue wil, net als de eerder genoemde Gift, tandarts worden. Ice vertelt dat ze zich veel zorgen maakt over het milieu en het klimaat, en dat ze daarom milieutechnisch engineer wil worden, zodat ze bij kan dragen aan een oplossing voor die grote vraagstukken van deze tijd.
Als laatste bezoeken we de Yupparaj Wittayalai School, ook in het oude centrum van Chiang Mai. Met 3000 leerlingen is het de grootste van de 4 scholen. Het is er een drukte van belang, omdat er net evenementen ter afsluiting van het jaar plaatsvinden. Thaise scholen hebben vakantie in april en mei, de heetste maanden van het jaar. Viel het bij de andere scholen al op dat de leerlingen zich redelijk tot goed in het Engels konden uiten, het Engels van Bow, Pam en Fern is uitzonderlijk goed. Natuurlijk moeten ze hun woordenschat nog uitbreiden, maar het valt op dat ze geleerd hebben dat de Thaise taalregels niet op het Engels van toepassing zijn. Hun docent blijkt een Fin te zijn die inderdaad iedere keer weer hamert op de juiste uitspraak, hoe gek ze die ook vinden klinken.
De drie meiden praten heel open en gemakkelijk met het vreemde gezelschap dat is neergestreken en nog wat groter is geworden doordat het Frans-Thaise echtpaar dat Bow sponsort is aangesloten. Bow wil na deze school verder studeren voor dokter. Dat hoor je toch wel vrij veel Thaise scholieren zeggen. Wat dat betreft is de mini-steekproef van vandaag aardig representatief. Fern wil, net als Mai, Engels en Chinees studeren, maar haar plan is om daarmee een baan als stewardess te verwerven. Pam is op het punt van doorstuderen de meest opvallende. Ze speelt gitaar en wil muzikant worden. Over wat nou het lastigste is op school zijn ze het roerend met elkaar eens: het vele thuis studeren vanwege covid. Online is het veel harder werken om je aandacht erbij te houden en je mist je vriendinnen.
Bow, Pam en Fern hebben net het eerste jaar van hun FERC scholarship erop zitten. Gift, Noe, Mai, Ice en Eggue zijn in 2019 ingestroomd en beginnen nu aan hun laatste jaar. In juni beginnen onder meer de zes leerlingen die door lezers van onze blog en het Boeddhistisch Dagblad gesponsord worden aan de laatste 3 jaar van hun opleiding. Het is mooi om gezien te hebben dat de sponsoring zo enthousiast door de leerlingen ontvangen wordt en zulke goede resultaten oplevert.
Nog even iets over de Thaise bijnamen:
In een eerdere blog heb ik al eens over de Thaise bijnamen geschreven. In het algemeen zijn Thaise mensen uitsluitend bij die bijnaam bekend. Noe is een traditionele Thaise bijnaam. Het betekent muis. Gift is zoals veel moderne bijnamen een Engels woord. Mai is weer traditioneel en betekent zijde. (In de naam Chiang Mai betekent Mai overigens nieuw. Ook is “niet” een betekenis van mai en wordt het woordje gebruikt om van een zin een vraag te maken. Dat alles afhankelijk van de toon waarop je mai uitspreekt.) De bijnaam Ice spreekt weer voor zich en van Eggue (spreek uit: Ekjoe) heb ik geen betekenis kunnen achterhalen. Mogelijk is het een combinatie van de Thaise bijnamen X en Q. In het Thais vervalt de eind-s (de eerder genoemde Ice wordt uitgesproken als aai), dus X wordt ek en Q kjoe. Bow kan verwijzen naar (regen)boog, maar ook naar Bo, dat weer is afgeleid van het Franse Beau. Pam is mogelijk een verthaiste uitspraak van palm, waarbij de l vervallen is en Fern is niet alleen het Engelse, maar ook het Thaise woord voor varen. Ook nicknames kunnen trouwens weer worden afgekort: Fern heet eigenlijk Bai Fern, ofwel varenblad.