Zingeving is weer hot. Dat was al een tijdje zo, nog voordat corona aanleiding gaf tot vragen over leven en dood.
Fokke Obbema interviewde, na zijn eigen ervaring met een bijna-dood, veertig medelanders voor de Volkskrant over hun kijk op het leven. De redactie had net uit een lezersonderzoek begrepen dat zingeving toch echt wel een relevant onderwerp was. Obbema paste in de nieuwe aandacht. Zijn interviews zijn gebundeld en het boek werd een bestseller.
Ander voorbeeld: Rutger Bregman maakte een boek waarin hij alles wat er aan positiefs over de mens gezegd kan worden bij elkaar zette. Titel en conclusie: “De meeste mensen deugen’. Ook een bestseller. Menig lezer kijkt in de morele spiegel. Weer een boost voor de zingevingstrend.
Een derde voorbeeld: omdat er vanwege corona geen gewone kerkdiensten gehouden mogen worden, zetten veel plaatselijke parochies en gemeentes digitale diensten op YouTube. Een nieuwe vorm van zingevingsgastvrijheid ontstond. Want veel meer mensen dan de eigen kerkgangers bekeken die diensten. Zelfs als de helft van de bezoekers binnen een halve minuut weer afhaakte, bleef er nog een veelvoud over van wat er, voordat corona kwam, op zondagmorgen in de kerk zat.
De kerken zijn de oude eigenaren van de zingeving, de media beheersen de nieuwe zingevingstrend. Zingeving is voor hen een nieuwe markt. De vraag is of de oude leverancier lering trekt uit wat nu gebeurt.
Plaatselijke kerken die nu met veel creativiteit digitale diensten aanbieden, zouden daar mee door kunnen gaan, ook nadat de zondagsdienst weer op de gebruikelijke manier plaats vindt. Er is een nieuw publiek aangeboord via een nieuw medium.
Maar de ambitie kan verder reiken. Als zingevingsvragen weer deel zijn geworden van het publieke debat, dan is een digitale dienst op YouTube slechts een van de mogelijkheden. De kerk kan ook op andere manieren dienen als gastvrij zingevingsplatform voor het bevorderen van het ‘nieuwe wij’-gevoel.
Neem nu het kerkgebouw. Dat is ingericht op de zondagsdienst en verder op een aantal doordeweekse activiteiten. Dan blijven er nogal wat dagdelen leegstand over. Niet-kerkelijke zinzoekers zouden gebruik moeten kunnen maken van die faciliteiten, om zelf programma’s te ontwikkelen. Zo zou een vergrijzende gemeente zingevingsgastvrijheid kunnen tonen door een vriendenkring van twintigers of dertigers of jonge gezinnen de vrijheid en de faciliteiten te beiden om hun eigen zingevingsweg te zoeken. Kerkgebouw als overdekte zingevingsmarkt.
Ik bedoel maar, zodra kerkmensen in staat zijn af te wijken van de gebruikelijke denkpatronen, kan er aangesloten worden bij de nieuwe zingevingstrend.
Dat het omdenken moeite kost, werd onlangs geïllustreerd door de BV Liedboek. Die bestaat echt! Heel tekenend hebben juristen destijds bij het bepalen van de betaalde gebruikslicentie voor plaatselijke kerken nooit gedacht aan zoiets als YouTube. En nu werd er plots op YouTube uit het Liedboek gezongen! Nee maar, wat nu? Juridische paniek!
De BV Liedboek verordineerde heel genereus en gastvrij dat de digitale diensten op YouTube mochten blijven staan. Maar niet langer dan een week. Let wel, niet een maand of een kwartaal – slechts een week. En dat noemde men dan ‘gedogen’. Vergelijk: een beetje digitale dienst vergt gemiddeld twee dagen plus veel vrijwilligerscreativiteit om te maken. En dat heeft dan dus een houdbaarheid van een week, met dank aan de BV Liedboek.
Dus net nu de zingeving opleeft en corona de plaatselijke kerken een nieuw medium laat ontdekken, gaat een kerkelijke instantie op de rem staan. Ik gun allen die leven van auteursrechten hun inkomen, inclusief de BV Liedboek. Maar vanuit de aandeelhouders zou toch even nagedacht kunnen worden over de kansen voor de kerk als gastvrije zingevingsleverancier. Of staat de toekomst van de kerk bij de BV niet op de agenda?
OK, ik gedoog het nog een week.
Jan Marten de Vries zegt
Jammer, dat de schrijver wat betreft auteursrechten zaken door elkaar haalt. De bedoelde Liedboek-gedoogconstructie gaat over het in beeld brengen van teksten en muziek. Het laten horen van muziek op YouTube echter kan men gewoon gratis doen ingevolge een overeenkomst van BumaStemra en Facebook. Auteurs worden betaald uit advertentie-inkomsten. Dit geldt overigens alleen voor de LB-liederen die geheel onder het BumaStemra-repertoire vallen (35% van het LB). Voor de meeste liederen van het LB zijn toestemmingen nodig van de auteurs/erven.
LiedboekOnline/BV Liedboek heeft hier niets te gedogen want zij beheert die ‘klinkende’ rechten niet. Zij kan die wettelijk niet eens beheren.
Zij staat dus zeker niet op de rem.
Als er andersoortig gebruik wordt gemaakt van intellectueel eigendom dan eerder afgesproken, moeten er nieuwe afspraken worden gemaakt.
Er is dus geen enkele sprake van een rem, maar van nieuwe mogelijkheden en nieuwe kaders. Het is aan de gebruikers om actie te ondernemen. Wellicht kán BV Liedboek hierbij helpen.