Ook op onze Animal Farm zijn alle dieren gelijk, maar sommige wat meer gelijk dan anderen. Natuurlijk willen we niets liever dan alles wat aan komt lopen of vliegen pamperen en voeren, maar er zijn helaas ook dieren die het je wel heel erg lastig maken om ze schattig te blijven vinden. Zeker als ze met honderden tegelijk ons territorium betreden, zoals de vliegen momenteel doen. Die hebben hier ook nog een groot doorzettingsvermogen als het om het verkrijgen van lekkernijen gaat. Als ik ’s morgens het ontbijt sta klaar te maken, staat alles dus onder een soort miniklamboetje. Maar ben ik dan aan het snijden van de mango toe, dan moet dat gewoon op een plankje op tafel gebeuren, en dan grijpen ze hun kans. Ze gaan brutaalweg op het mes zitten, of op de hand waarmee ik de mango vasthoud. Als ik niet uitkijk schuif ik er een paar met fruit en al in de ontbijtkommetjes. Ik heb al een zekere handigheid ontwikkeld om de miniklamboetjes met mijn elleboog te openen en sluiten, want als ik dat doe met een hand waar nog wat fruitresten aan zitten ziet alles meteen zwart van de vliegen.
Erger is het nog als we vruchtensap of smoothies maken. Met een beetje pech duiken er nog een paar de blender in precies op het moment dat je die aanzet. Moet ik nog meer vertellen, of kunnen we nu op enig begrip rekenen voor het feit dat we vliegenvangers gebruiken? Sinds we daarmee begonnen zijn kunnen we weer een beetje fatsoenlijk met het bereiden van de maaltijden bezig zijn.
Ook muggen vallen in de categorie die op weinig sympathie kan rekenen. Nadere toelichting lijkt me overbodig. Net zo irritant als de muggen zijn de hele kleine miertjes. Daar heb je in eerste instantie totaal geen last van. Pas als ze ergens klem komen te zitten gaan ze prikken. Nu hebben ze de gewoonte om je slippers binnen te wandelen, of langs je benen omhoog te lopen. Uiteindelijk komen ze dan onvermijdelijk ergens klem te zitten. De prikjes zijn nog wel te boven te komen, maar de jeuk die daarna begint is om gek van te worden. Een goeie remedie tegen de mieren hebben we nog niet echt. Gelukkig zijn ze alleen irritant, maar niet schadelijk, in tegenstelling tot de muggen die dengue kunnen verspreiden. Insmeren is dus iedere avond het devies.
Om de muggenpopulatie zo veel mogelijk te minimaliseren zetten we guppies in. In alle potten en vijvers waar water in zit, zitten de kleine visjes. Ze zijn dol op de muggenlarven. Het zal duidelijk zijn dat de guppies een stuk gelijker zijn dan de muggen, vliegen en miertjes. Ook de tjiktjaks kunnen op onze sympathie rekenen. Zij vangen de nodige insecten weg. We proberen ze af en toe onze dankbaarheid te tonen, maar ze zijn te schuw om beloningen in ontvangst te nemen. De toekeh doet dat dan weer wel. Die laat zich de meelwormen die we hem voorzetten goed smaken. De meelwormen zelf hebben een weinig benijdenswaardige positie. Eigenlijk zijn ze op geen enkele manier lastig of schadelijk, maar ze hebben gewoon de pech dat ze onweerstaanbaar lekker zijn voor veel andere dieren. Die eigenschap delen ze met de krekels.
De gelijkste dieren hebben hun eigen territoria in de tuin. De drie zijdehoenders scharrelen het hele landje over en kunnen ondanks hun nare gewoontes om op het terras te schijten en om de paar weken 3 weken broeds te zijn nog altijd op onze sympathie rekenen. Een paar verse eitjes maken veel goed.
De vier landschildpadden groeien flink. Ze hebben een afgeschermd stukje tuin dat ze delen met de twee egeltjes. Daar houden ze het gras zelf kort. Als ze nog een stukje gegroeid zijn kunnen ze in de hele tuin gaan grazen. Dat scheelt ons dan weer gras maaien: een win-winsituatie.
Inmiddels staat er ook een grote volière in de tuin. Aan de ene kant woont Bardje de baard-agame, die net als de egels graag een paar meelwormen en krekels verschalkt. En aan de andere kant huizen Izzy en Sammy, twee kromsnavels die binnenkort gezelschap krijgen van Ziggy en een nu nog naamloze halsbandparkiet. En dan zijn er nog de vele vissen en de 5 schildpadden in de vijver aan het terras. Eerst waren er 6 schildpadden, maar de grootste was op een gegeven moment verdwenen. Hij bleek via een onhandig geplaatste filter uit het water gekropen te zijn en woont nu in de grote vijver elders op het landje.
Tibbe en Yindee completeren het gezelschap van de gelijkste dieren. Ze weten feilloos welke dieren er bij onze kudde horen. De kippen kunnen bijvoorbeeld rustig de hele dag rond rommelen zonder door de honden lastiggevallen te worden en ook de egeltjes en schildpadden hebben niets te vrezen. Wat de honden missen is het gevoel voor schattigheid waarmee wij ons onlogische onderscheid tussen dieren maken. Wat niet bij de kudde hoort wordt opgejaagd. Draakjes, kikkers, uit het nest gevallen vogeltjes, we krijgen de honden niet geleerd dat ze die met rust moeten laten.
Twee weken geleden waren er nieuwe bewoners in, of beter gezegd onder het kippenhok gaan wonen. Ze hadden 3 gangen van een centimeter of 10 doorsnee gegraven. Flinke jongens dus. Eerst hebben we de gangen dichtgegooid, maar de dag erna waren ze weer open en was er zelfs nog een gang bijgekomen. Nadat dat zich de volgende dag weer herhaald had hebben we ’s nachts vallen gezet en de volgende ochtend bleken daar twee van de boosdoeners in te zitten. Enorme joekels van ratten. Na mijn ziekte van Weil van anderhalf jaar geleden behoren die nog minder tot mijn vrienden dan ze al deden. Ik heb ze een paar kilometer ver weggebracht en daar losgelaten.
Link naar de video op youtube: https://youtu.be/spSvmL8N-Es
Eergisteren zat er een zo mogelijk nog groter exemplaar in een van de vallen. Buurman Ien kwam net aanrijden en die had er wel belangstelling voor. Er blijkt een heuse rattenslager in het dorp te zitten. Daar brengt Ien de rat naartoe en een paar uur later kan hij hem barbecue-klaar weer ophalen. Het schijnt een lekkernij te zijn. Ook in Nederland is dat bekend, alleen is het daar om een of andere reden niet toegestaan om ze als voedsel aan te bieden, hoewel er inmiddels een restaurant ontheffing van dat verbod heeft gekregen. Ook de bloglezers in Nederland kunnen het dus eens proberen.
Wulf zegt
Interessant en boeiend om te lezen over het mensen- en dierenleven in Thailand! En dat we gruwelen van dieren opeten van buiten je eigen cultuur. Dat schijnt overigens wel te verdwijnen als het om leven of dood gaat.
Francois La Poutre zegt
Dank je wel. En wat dat eten betreft proberen we best het nodige uit. De buren zetten ons nog wel eens ondefinieerbare prutjes voor die we dapper opeten. Rat hebben we nog niet geprobeerd. De associatie met het riool en een bijna fatale ziekte zijn vooralsnog te hoge drempels. Maar als er niks anders meer is? Ik denk dat we die drempels dan wel over gaan.