Mijn vriend en ik zitten in een kroeg, aan de koffie. Hij is petroingenieur. ‘Lange tijd was iedereen ons dankbaar voor wat er met onze producten gemaakt kon worden, medische apparatuur, medicijnen en hulpmiddelen, rollators, kinderwagens, transportmiddelen, brillen, onderdelen voor auto’s, scheepvaart, ruimtevaart en huishoudelijk spul dat het gewone leven veraangenaamt. Noem maar op. Nu kijken ze ons met de nek aan, zijn wij zogenaamd de veroorzakers van milieuellende en durf ik niet meer te zeggen dat ik ir in deze tak van industrie ben. Het zijn niet onze producten die schade veroorzaken maar de mensen die ze verkeerd gebruiken of gewoon maar dumpen. Zonder ons leefden we nog als in de vorige eeuw. Zo kan het verkeren.’
Hij zwijgt en is verdrietig. Ook een ir is maar een mens.
‘Zullen we maar aan de natuurzuivere jenever gaan,’ vraag ik. Hij knikt. Het werd laat in die kroeg.
Moedig voorwaarts!