Het is een doorbraak dat er in de landelijke politiek aandacht wordt besteed aan de rechten van de kinderen van vluchtelingen. Het is de kinderen door ons niet aan te rekenen dat ze slachtoffer zijn van de ontheemde omstandigheden van hun ouders. Het is ook daarom een schande dat deze kinderen rechteloos zijn. Ik ben blij dat steeds meer beleidsmakers dit beseffen.
Toch blijft het de vraag of de rechten van het kind op zichzelf staan. Kind en ouders zijn wezenlijk en dus onlosmakelijk met elkaar verbonden voor het leven. Het kind heeft zichzelf niet ter wereld gebracht.
Het zijn altijd de ouders die het voornaamste recht hebben hun eigen kinderen op menselijke wijze groot te brengen. Van hulpeloze en machteloze kinderen, tot begripvolle volwassen die naar elkaar blijven omkijken om zelf ook liefdevol hun eigen kinderen te kunnen opvoeden.
Kinderen en ouders vormen een onverbrekelijke samenhang. Ze vormen een geboren twee-eenheid voor het leven. De universele rechten van kinderen zijn daarom niet te scheiden van de onlosmakelijk hiermee samenhangende rechten van de ouders.
Elke wetgeving over de rechten van kinderen is onvolledig zonder het voornaamste recht van hun ouders te betrekken bij besluitvorming of uitvoering van beleid.
Een gezonde samenleving is alleen mogelijk wanneer de wetgeving geen humanitaire begrenzingen stelt aan het gezinsleven. Kinderen en ouders horen bij elkaar te kunnen leven. Het is mijn wens dat beleidsmakers en -uitvoerders dit meer dan nodig aandacht schenken.