Deze week had ik een onderonsje met mijn alter ego. Die stelde vier pertinente vragen.
AE: Vrijdag gaat je 250ste druppel-column online. Ik denk zomaar dat je weer uitkomt bij de aantrekkelijke kanten van spel. Of kijk je misschien toch kritisch terug op al dat geschrijf van jou? Want ik denk soms: overspeel jij je hand niet? Het loopt bijvoorbeeld nogal eens behoorlijk fout met dat spel waar jij zo voor bent.
AD: Noem eens iets.
AE: Jij ziet spel als openheid naar mogelijkheden. Maar mensen kunnen ook spelen met hele rare ideeën. Dan krijg je kwalijke politiek en mensonvriendelijke religie.
AD: Ja, het klopt wel dat ik spel een tijdje zag als remedie voor van alles. Maar ik had het ook steeds vaker over macht. Dat heeft mijn enthousiasme wel getemperd. Ik zie te vaak dat machtsfiguren het spel misbruiken. Ik ben dus wat realistischer over spel gaan denken. Het komt erop neer dat je machthebbers altijd in de gaten moet houden. Lukt dat, dan krijg je minder spelbederf.
AE: Er is trouwens een tweede probleem met dat spel van jou. Jij zet daarmee de deur wagenwijd open voor allerlei alternatieven. Maar ik denk dan: waar blijft dan de vastigheid die elk mens ook nodig heeft? Keuzevrijheid geeft keuzestress. Eigenlijk ontneem jij mensen hun zekerheden. Het lijkt wel of je alles relativeert. Van jou moeten we steeds oog hebben voor alternatieven. Dat is knap vermoeiend, hoor. Je brengt mensen in verwarring.
AD: Je kunt inderdaad alleen samenleven als je het met elkaar ergens over eens bent. Maar je moet het gemeenschappelijke ook weer niet eeuwigheidswaarde geven. Eigenlijk komt het erop neer dat je door het spel zicht hebt op mogelijke alternatieven. Je hebt je eigen voorkeur, maar je begrijpt tegelijk dat de alternatieven echt niet allemaal onzinnig zijn. Zo kun je soepel samenleven. En je houdt er rekening mee dat er een aanleiding kan zijn om je voorkeur te wijzigen. Kijk maar hoe wij samen van gedachten veranderd zijn in de loop van de tijd.
AE: Nog iets: dat spel van jou wordt al heel snel gezien als een spelletje, leuk om te doen, maar serieus is anders.
AD: Ja, ik hoor dat vaak. Maar ik zeg dan altijd dat het mooie van spel is dat je het in volle ernst moet spelen. Daardoor voorkom je dat wegrelativeren. Het gaat echt veel dieper dan een spelletje.
AE: Wat ik tenslotte nog wilde vragen: Ben je intussen niet een beetje uitgeschreven over dit onderwerp? Blijf je doorgaan met die wekelijkse column over spel?
AD: Ja, ben ik wel van plan. Het is mijn bril geworden en ik zie voortdurend aanleidingen. Maar ik ga de zomer gebruiken om weer eens goed na te denken over het format.
AE: Dus je houdt voorlopig even je mond? En je gaat op vakantie?
AD: Ja, allebei.
AE: Goede zomer gewenst!
AD: Ja jij ook! We komen elkaar vast wel ergens tegen!
Gerry verbeek zegt
let us agree to disagree …’Je kunt inderdaad alleen samenleven als je het met elkaar ergens over eens bent’
Ik heb wat moeite met de stelligheid van bovenstaande zin. Is dat zo? Is er werkelijk enkel sprake van een kunnen samenleven op voorwaarde dat men het met de ander ‘ergens’ over eens is? Wat is dat ‘ergens’? Ik vind geen definitie van dat ‘ergens’ in je stukje. Dat kan dus van alles zijn, maakt niet uit? Het lukt mij in ieder geval heel goed om binnen de kaders van de rechtsstaat Nederland samen te leven met ‘anders denkende’ medeburgers. Naast de Trias Politica kennen wij de Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van denken (gewetensvrijheid)geborgd binnen ons rechtsbestel. Daar waar ik die ander accepteer in haar/zijn unieke anders zijn is er dus de mogelijkheid elkaar te vinden in vrijheid. Dat lijkt mij een goede definitie van samenleven. In wederzijds respect. Ik hoef het dan niet ‘ergens’ over eens te zijn. De ander mag zijn mening naast die van mij uitdragen. Eenheid in verscheidenheid.
Hierbij in aanmerking genomen dat ik ook mijzelf leer accepteren in alle facetten van mijn unieke menszijn; de minder mooie kanten inclusief. Daarnaast wil ik dan de verantwoordelijkheid aangaan voor de consequenties van mijn eigen handelen en ben daarop aanspreekbaar. Dat alles in vrijheid. Geeft ‘keuzevrijheid dan keuzestress’? Zal ik dan mijn ‘vrijheid’ inperken, opgeven of laten beknotten, aangezien ik er (te) veel stress van krijg steeds te ‘moeten’ kiezen? Dat laatste lijkt mij een geheel persoonlijke keuze. Voor mij is kiezen mijn vrijheid doen gelden. Choice is Freedom. Mocht ik bij dit alles dan onverhoopt (te) veel stress ervaren, dan betekent dat voor mij enkel dat ik in leven ben en niet reeds overleden. so, let’s agree to disagree, dan zijn we het toch ‘ergens’ over eens.
Carla zegt
Wens AD en AE een geweldige zomer samen. Goede André, laat je druppels maar vallen. Ik geniet ervan,ze dragen bij aan het spelen in zingevingsland. Dank en met hartelijke groet.