Net als in het boek De komst van Joachim Stiller van Hubert Lampo ging het gerucht al weken door de stad, in dit geval Rotterdam. Met name in de arbeiderswijken groeide de hoop op een beter bestaan. Hij komt, de verlosser komt eraan. Was het de man met de witte baard en het rode gewaad. Nee, dat is een sprookje.
Ik ging de stad in, was in Kralingen en Crooswijk en op Zuid, zocht naar iemand die op een verlosser leek. In het Kralingse Bos, bij het hertenkamp, vlakbij het eethuis De Eekhoorn, stond een ezel aan een boom gebonden en knabbelde aan een winterpeen. Het dier leek verzwakt door het lange reizen, zo vermoedde ik. Op een bankje vlakbij zaten een man en een vrouw, de vrouw hoogzwanger, de baby zou wel snel komen. Uit een tas die ze bij zich hadden stak een stuk kribbe en ik zag een houten kruis.
Wie zijn jullie, vroeg ik vriendelijk. We komen van Nazareth en zijn op weg naar Bethlehem, over een uurtje stijgen we op van de luchthaven Rotterdam-Den Haag Airport, zei de man. Hij stelde zich voor: Jozef en dit is mijn vrouw Maria, hij wees op de zwangere vrouw. Het wordt een jongetje, zei de man ook nog.
Het is niet goed om nu te vliegen, niet voor de moeder en ook niet voor het kind, zei ik. Kom maar mee naar de Kloosterbunker, er is genoeg eten in huis en je kunt rusten en bevallen in de logeerkamer. Niet wetend dat ze daarmee de loop van de geschiedenis een draai gaven, namen ze het aanbod aan. Jullie mogen zo lang blijven als je wilt, zeker tot het late voorjaar, zei ik. Ze keken me blij aan.
De baby is geboren in de havenstad en leefde nog lang en gelukkig. James noemden zijn ouders hem. Het is een onopvallende verschijning, wel empathisch. De mensen zijn graag in zijn nabijheid.
Nooit werd het door mijn ingrijpen Kerst, Pasen en Pinksteren en met het kruis werd de houtkachel warm gestookt. De kribbe ging naar de kringloopwinkel. Jozef en Maria verhuisden later naar Beekbergen waar ze zich in de bossen meer thuis voelden.
Er is nimmer een kerk gesticht, geen mensen vermoord in naam van het geloof, er is geen paus en niks te geloven, zelfs het woord kerk komt niet voor in het woordenboek. De arbeiders gingen weer aan het werk, ze waren al zo vaak teleurgesteld en bedrogen. De ezel woont in het hertenpark en de herten worden niet afgeschoten. Er worden geen kerstbomen verkocht en er is ook geen witte kerst. Er is geen twist en strijd tussen de verschillende geloofsrichtingen. Er zijn geen vieze mannen die kinderen misbruiken, geen celibaat. Er zijn geen atheïsten.
Er is vrede op aarde.
Moedig voorwaarts!
Joppe zegt
:-) halleluja.
-Poldermick zegt
mooi stuk Joop