Wij mensen zijn in staat aan van alles betekenis te hechten. Dankzij dat vermogen vormen we de enige diersoort die de eigen leefwijze radicaal kan veranderen. Dat levert zowel een succesverhaal op als een failliet. Voor onze eigen gemoedsrust en PR houden we het vooral op het succes, en nog liever op vooruitgang. Maar het garantiebewijs ontbreekt.
Religies maken in hun betekenisgeving al heel lang werk van de succeskant, vaak mèt garantie. Weliswaar krijgen zonde en het kwaad aandacht, maar vooral als hindernissen op de weg naar het goede leven, nu of na de dood.
Ook onze culturele setting is intussen ingericht op succes en vooruitgang. Reclameboodschappen vernieuwen dagelijks de belofte dat we het beter zullen hebben dan onze ouders. De wetenschap heeft het verleggen van grenzen tot doel. En ja, er is vooruitgang op allerlei terreinen.
Daar zit wel een achterkant aan. Economische crises zijn niet te vermijden. Welvaart wordt niet eerlijk verdeeld. Migratiestromen blijken onbeheersbaar. Geweld wordt niet effectief beperkt. De planeet loopt door mensenhand grote risico’s. Verschillen in betekenisgeving, al dan niet religieus, voeden conflicten. Kortom, de ideale samenleving is meer wenselijk dan werkelijk.
Moeten we misschien toch leren een toontje lager te zingen?
kees moerbeek zegt
‘Moeten we misschien toch leren een toontje lager te zingen?’
Hoezo dat misschien? We, wie dat ook zijn, zijn anderen misschien tot last (we zingen te luid of vals) en moeten onze plaats weten. Zoiets? Ik weet niet wie die ‘we’ zijn. Als met ‘zingen’ vrijheid van meningsuiting bedoeld wordt, dan bekruipt me een heel akelig gevoel. Kortom, waar gaat dit over?
Even met gestrekte been erin, pro Buddham. Wie bepaalt en op grond waarvan welke muziek en toonhoogte mag? Op welke wijze wordt erop toegezien dat alleen gewenste muziek, met de gewenste toonhoogte geuit wordt? Wat zijn de sancties en hoe om te gaan dissidente zangers en musici?
Over de achterkant van het succes. In Saddharma (blad van de VvB) stond al in 1980 de toespraak van Matthijs Schouten over ‘Een boeddhistische visie op economie’. Ook de Duitse boeddhist Karl-Heinz Brodbeck schreef een boek over boeddhistische economie. En als er iemand is die publiceert over de achterkant van het zogeheten succes dan is het David Loy wel.
De ideale samenleving is er nog niet, maar voor boeddhisten er is niks mis met het tellen van zegeningen. Toch? Het is mijns inziens beter dan de mantra: ‘wij zijn mensen, wij zijn zondig en het wordt nooit wat, tenzij…’