Enkele uren nadat wereldwijd de beelden werden uitgezonden van de verschrikkelijke aanslag in Ontario, Canada, waar een man met zijn auto tien mensen doodreed en er meer dan tien ernstig verwondde, doken er ook beelden op van de arrestatie van de verdachte.
De man zat in zijn auto, twee politiemensen naderden hem met getrokken pistool. Ze schreeuwden naar hem: kom uit de auto, laat je handen zien, ik schiet als je het bevel niet opvolgt. De man in de auto riep: schiet me door m’n hoofd, ik heb een wapen op zak. Even later werd de verdacht overmeesterd, lag hij geboeid op straat.
Ik weet niet wat er in de hoofden van die politiemensen omging toen ze de schutter naderden. Het was een gevaarlijke situatie. Ze wisten van het doodrijden van onschuldigen en toch bleven ze menselijk, wilden geen geweld met geweld vereffenen, als dat mogelijk was.
Canada en Amerika zijn buurlanden. De politie in de VS heeft pantserwagens die zo nodig tegen eigen burgers worden ingezet. De politiemensen daar hebben de meest vreselijke wapens, die in een oorlog niet zouden misstaan. Ze schieten er ook mee. Op burgers. Er vallen jaarlijks onschuldige slachtoffers door politiegeweld, meestal zwarten. Amerika brengt ook- volgens het systeem legaal, mensen om het leven die een misdrijf hebben gepleegd. Ze krijgen een dodelijke injectie. Het wordt de doodstraf genoemd. Een overheid die zich het recht toe-eigent levens te nemen.
In Amerika hield ik mijn handen aan het stuur van de auto bij wegcontroles van de politie. Geen verdachte bewegingen. Omdat ik geen enkel risico wilde lopen om in een lijkzak in Nederland terug te keren.
Moedig voorwaarts.