Gisteren en vandaag is het herinneringsdag. Je hebt van die dagen dat je behoefte hebt om te herinneren. Zo bekeek ik gisteravond de foto’s in de twee albums van mijn overleden oudste zus. Ik zag haar als klein schattig meisje in Friesland, met mijn opa en overgrootvader, aan het werk op een akker. Ze kijkt bijna tachtig jaar geleden de toekomst tegemoet op die gecraqueleerde foto. Ik vermoed dat mijn moeder de foto genomen heeft, die had als jonge vrouw al een camera en ontwikkelde zelf de films en drukte de foto’s ook af. Er is nog een foto van mijn zus, als jonge vrouw van nog geen twintig. Ze stapt op de fiets bij mijn oma in de straat en gaat op weg.
Mijn zus en ik groeiden uit elkaar, we hadden geen ruzie maar op den duur ook weinig te delen. Zo lag ze soms in een ziekenhuis met longproblemen zonder dat ik daarvan op de hoogte was. Op een dag belde ze me, of ik haar in het ziekenhuis wilde komen bezoeken omdat het verplegend personeel haar terroriseerde, in de veronderstelling dat mijn zus geen familie en dus geen andere ogen en oren had. Je kunt beter niet alleen zijn in een ziekenhuis. Toen mijn oudste broer eerder stierf dan zij ontmoetten we elkaar een paar keer. Niet dat we zoveel te zeggen hadden, maar het was goed. Mijn goedmoedige broer- hij lag maanden op de intensive care van een ziekenhuis, kreeg van het verplegend personeel te horen dat hij niet zo moest zeuren, ze wilden van hem af. Mijn vriendin ging de stad in om schoenen voor hem te kopen in verband met zijn ontslag uit het ziekenhuis. Twee weken later was hij vrij jong dood, een bacterie had al die maanden een deel van zijn hart weggevreten. Ook met familie is het voor een patiënt niet altijd veilig in een ziekenhuis.
Vandaag was er nog een herinnering. Ik reed door de enorme hitte door de enorme stad Rotterdam. Op een brug moest ik stoppen voor een rood verkeerslicht en keek naar een appartementengebouw. Opeens wist ik het weer. Toen ik nog politieverslaggever was onderzocht ik een geval van seksueel misbruik van een jong meisje door een kinderrechter. Na een paar weken rondde ik mijn onderzoek af en toog naar Rotterdam om de kinderrechter met de resultaten te confronteren. Ik belde aan en een vrouw deed open. Ik vroeg of rechter X thuis was, de vrouw zei dat hij enkele weken ervoor overleden was. Zij was de nieuwe bewoonster van het appartement. Zo is de dood soms sneller dan een artikel.
Moedig voorwaarts!
Michel Ball zegt
Goed stuk Joop !