Gisteren, op weg naar een redactiebijeenkomst, zag ik in het Kralinger Hout een kudde schapen die daar door een stadsherder waren neergezet om het gras te korten. Dat duurt ongeveer twee dagen dan wordt de kudde weer verplaatst naar een ander grasveld in het Hout- bijeen gehouden door een oranjekleurig opvouwbaar hekje.
Ik word altijd zeer gelukkig van die aanblik, een schaapskudde in een wereldstad. De meeste van de ongeveer vijftig schapen lagen in het gras. En er was een vogel in de wei, een Vlaamse Gaai, die heel brutaal bovenop de vacht van een liggend schaap sprong. Een Metoo schaap.
Op de terugreis naar de Bunker, na een gemoedelijke vergadering over de toekomst van het BD, keek ik in het Hout naar het nu lege nest van een ooievaar, tegenover de schapen. Een hoge gladde paal, met gaas er omheen tegen de katten en andere rovers en bovenop het eigenlijke nest van de ooievaars (er staan twee van die palen) gevlochten takken waar vanuit in het voorjaar de kuikens naar beneden turen. Geen vogel te zien maar wel groen struikgewas boven het vlechtwerk uitstekend. Zou de ooievaar in het voorjaar dat groen te lijf kunnen of moet de herder effe een schaap naar boven hijsen?
Het is nooit saai in Bunkerstad.
Moedig voorwaarts!