Nooit gedacht dat een boeddhist ongelukkig kon zijn. Want dan doe je toch iets niet goed zou je zeggen…
En toch ben ik ongelukkig.
Ook nooit gedacht dat een boeddhist het gevoel kon hebben in het verkeerde lichaam te zitten.
Want een boeddhist hecht toch helemaal niet aan haar/zijn lichaam. Dus wat maakt het dan uit of het vrouwelijk of mannelijk is?
En toch heb ik het gevoel niet in het juiste lichaam te zitten.
Jarenlang heb ik me verzoend met het feit dat vrij zijn niets van doen heeft met je geslacht, of met welk uiterlijk kenmerk dan ook.
Zoals een voor mij favoriete (en bekende) koan luidt : een vrouw/man zonder titel, zonder rang, zonder naam (zonder geslacht zo je wilt) gaat vrijuit door de poorten van de zintuigen.
Met andere woorden: zodra ik kenmerken en eigenschappen aan mezelf of een ander ga toekennen, ben ik hopeloos verloren in de wereld van de dualiteit. En dus onvrij.
En zo is het ook. Absoluut.
Dus waarom dan toch deze identiteitscrisis? Waarom wil ik zo’n rigoureuze stap zetten? Iemand die 18 jaar zen beoefent, en notabene deze zomer ook nog tot zenleraar is geordineerd, zou toch beter moeten weten? Of in zen jargon: beter moeten niet-weten…
Mijn antwoord daarop is: “Ik leef niet doorlopend in de absolute werkelijkheid”. Sterker nog: het grootste deel van mijn dagelijkse leven breng ik door in de relatieve alledaagse werkelijkheid. Waarin alle onderscheiden tussen mensen de godganse dag benadrukt worden. Zwart of wit, homo of hetero, man of vrouw, rijk of arm.
En in die wereld voel ik me behoorlijk ongelukkig als men mij maar steeds met ‘mevrouw’ blijft aanspreken terwijl dat voor mij toch overduidelijk ‘meneer’ moet zijn.
Dus, om een lang verhaal kort te maken. Ik heb nu mijn coming out.
Ja, ik ben ongelukkig in het lichaam dat ik nu heb. En ja, ik overweeg serieus om een transitie in te gaan. Hoe ingrijpend dat ook is voor mijn hele leven. En voor alle mensen die dicht bij mij staan.
Wat daar van de consequenties zijn, weet ik niet precies. Niet voor mezelf, niet voor mijn partner, enzovoort, enzovoort. Maar eerst wil ik de tijd nemen om deze coming out te verwerken en het bijbehorende gevoel de tijd te geven.
En ik heb bewust gekozen om dat niet in een klooster in Japan of iets dergelijks te gaan doen. Maar lopend.
Ik ga naar Santiago de Compostella lopen. Vanaf zuid -Frankrijk.
Ik hoop dat het me lukt om ook tijdens deze tocht cartoons te blijven maken. Misschien over mijn innerlijke reis. Misschien over de uiterlijke reis.
Maar afhankelijk van hoe het mij zal vergaan tijdens het lopen en omdat ik mezelf niet vast wil pinnen op een vaste productie, en ook niet weet of ik makkelijk toegang heb tot WIFI, kan ik niet verzekeren dat er elke week een cartoon van mij zal verschijnen in het BD.
Wat ik in ieder geval mee zal nemen in mijn hoofd, en vooral in mijn hart, in mijn hele wezen eigenlijk, zal het gedicht van Tozan zijn.
Het wordt mijn koan voor deze reis. En wie weet, wie weet, kom ik terug met een antwoord.
Het gedicht van Tozan:
Lang zocht ik het bij anderen
En ik was er ver van verwijderd
nu ga ik alleen
en kom het overal tegen
het is gewoon ik zelf
maar ik ben het zelf niet
nu ik het op deze manier zie
kan ik zijn zoals ik ben
Geef een reactie