Het zijn zinderende rechthoekige verflagen, het lijken wel gestapelde blokken met rafelige randen die tegen mekaar aanschurken, zwevend op een achtergrond van kleur. Het zijn abstracte schilderijen die buiten de tijd lijken te staan. De ervaring als je voor deze werken van Rothko staat is moeilijk onder woorden te brengen. Het voelt aan als een wandeling in een stil bos. Plots meen je een geritsel te horen. Er lijkt iets te bewegen. Je luistert en kijkt aandachtig , maar er beweegt niks. En toch … hier gebeurt iets. Uiterst geconcentreerd blijf je luisteren in de hoop dat je het geritsel alsnog kan lokaliseren. Het bos geeft z’n geheimen niet prijs! Zo is het ook als je voorbij de kleurvelden van Rothko wandelt. Deze kunstenaar maakt ervaringskunst. Je hebt er niks aan als je de werken bekijkt in een catalogus of via internet. Je moet het “ in real life “ zien hoe deze werken geschilderd zijn; met dunne korte verfstroken, bedachtzaam en precies… Hebben we hier te doen met spiritualiteit? Of zijn het eerder extreem geabstraheerde landschappen? Misschien geraken we dichter bij de intenties van de kunstenaar als we gaan kijken naar zijn vroege werken.
In de jaren dertig en veertig was Rothko ( 1903 – 1970 ) sterk geïnteresseerd in de Oude Culturen. De titels van de schilderijen uit die tijd verwijzen vaak rechtstreeks naar de Griekse tragedies : Antigone (1939) , Oedipus (1940). “ The Omen of the Eagle “ uit 1942 bevat dan weer referenties naar zijn Joodse afkomst.
Opmerkelijk bij dit vroege, nog vaag figuratief herkenbare werk is dat de composities dan al vaak in horizontale vlakken verdeeld zijn. Rothko gebruikt de oude mythen en verhalen om gedachtestromen bij de kijker op gang te brengen. Het gaat hem er niet zozeer om het eeuwenoude verhaal in beeld te brengen, maar wel om de spirituele geladenheid die schuilgaat achter het verhaal. Dat wil hij overbrengen naar de kijker.
Als vergelijkbaar ijkpunt mag hier zeker de “ Guernica “ van Picasso naar voren worden geschoven. Dit meesterwerk is geen illustratie van de oorlog in een klein Spaans dorpje. Picasso confronteert de toeschouwer met de afschuw voor oorlogsgeweld, los van tijd en plaats. Ook Rothko schildert geen illustraties bij een verhaal. Hij is op zoek naar de zin van het leven, met in zijn achterhoofd de twee wereldoorlogen en alle ontgoochelingen en depressies die deze met zich hebben meegebracht. Hij schildert hetgeen we slechts kunnen vermoeden, datgene wat ons verstand te boven gaat … Aanvankelijk gebruikt hij hiervoor de mythologische verhalen, maar na de Tweede Wereldoorlog ontstaat er een reuzegroot probleem; de mens heeft duidelijk geen boodschap meer aan het Godenrijk. God is dood , schreef Nietzsche al vijftig jaar eerder. Maar ook de mythische Goden zijn taboe geworden. Materialisme is de nieuwe God geworden. In zijn hart voelt Rothko dat hij moet afstand nemen van zijn “grote verhalen” en zijn figuratief verwerkingsproces. Hij gaat op zoek naar inspiratie in de New Yorkse musea. Vooral “ De rode kamer “ van Matisse intrigeert hem mateloos. Zelf schrijft hij hierover ; “ Als je er naar kijkt, word je die kleur. Je raakt er helemaal door verzadigd .” Kleur wordt voor Rothko de drager van zijn emoties.
In 1947 schildert hij zijn eerste abstracte doeken. Al snel ontdekt hij dat lichte kleuren niet altijd vrolijkheid weerspiegelen, en dat donkere tinten niet altijd samengaan met somberheid. Herhaaldelijk vertelt hij dat donkere doeken vrolijker kunnen zijn dan lichte. In interviews en geschriften duidt hij ook meermaals dat zijn tableaus dragers zijn van tragedie, angst , ondergang, maar soms ook van extase en euforie . De geest van de oude mythologische verhalen krijgt blijkbaar een nieuwe “verpakking “ in de vorm van abstracte kleurvlakken. Maar zijn de intenties van de kunstenaar in overeenstemming met hetgeen de toeschouwer ervaart ? Onmiskenbaar !
De trukendoos die Rothko hiervoor gebruikt is het monumentaal groot formaat van zijn doeken … veelal groter dan de menselijke proporties. Hij wil dat het formaat van het canvas de kijker toelaat om geheel door het werk “omringd” te zijn. Staande op een armlengte afstand van een schilderij, wordt de toeschouwer als het ware door de kleur opgezogen. Rothko schildert een radicale transcendentie. De colour-field-paintings hebben duidelijk niks meer van doen met de symbolische Godenverhalen. De focus ligt nu op de absolute onkenbare leegte, de meditatieve stilte die we kunnen ervaren tijdens een boswandeling. De kunstenaar schept de stilte die noodzakelijk is om de tijd effe stil te zetten, om zo tot contemplatie te komen. De stilte wordt hier een ingangspoort naar hoger inzicht.
Soms gebeuren er dingen in een mensenleven die ons laten verlangen naar een breder perspectief, naar iets dat ons bevattingsvermogen overstijgt. Op zo’n moment kan religie het leven een pak draaglijker maken. Maar in de radicale transcendentie van Rothko is de Goddelijke dimensie compleet zoek. Steekt de kunstenaar dan zoals de struisvogel z’n hoofd in het zand ? Moeten we dan de vaak huiveringwekkende “ Griekse tragedies “ die ons overspoelen zo snel mogelijk vergeten? Misschien kan de kunst van Rothko op zo’n moment wel fungeren als vervanger van het gebed of het religieus ritueel. Er is immers iets in de kleurvelden van deze schilderijen dat klaarheid schept in onze chaos. Iets dat troost brengt. Een verstandelijke oplossing blijft uiteraard achterwege, maar de aandachtige kijker komt effe los van tijd en ruimte. De leegte brengt hem bij het besef dat de menselijke tragedie van alle tijden is. En dan is het een kwestie van accepteren van de realiteit en met een open geest welkom heten aan dat wat zich aandient, een levenshouding die Mark Rothko zelf niet in praktijk kon brengen. Na een jarenlange alcoholverslaving maakt hij in 1970 een eind aan zijn leven.
Zowel het vroege figuratieve werk van Rothko dat aanleunt bij het surrealisme wordt in de tentoonstelling in Den Haag getoond naast de colour-field-paintings. Ook de overeenkomsten en verschillen tussen de Amerikaanse en de Europese abstracte kunst ,met Mondriaan voorop , worden belicht. In de tentoonstellingscatalogus werd een boeiend interview opgenomen van kunsthistoricus Henk van Os, die Mark Rothko geregeld bezocht in zijn atelier de laatste maanden van zijn leven.
Tekst André De Nys.
Mark Rothko Gemeentemuseum Den Haag – Stadhouderslaan 41 – Den Haag – NL 20 september 2014 – 1 maart 2015 Dinsdag tot zondag : 11u tot 17u www.gemeentemuseum.nl
guido zegt
Yikes..kunstuitlegging! Dan liever de gedichten van Kopland bij de schilderijen van Cor Westerik.
Nic Schrijver zegt
Zonder de tekst erbij zou ik niet weten waar die gekleurde beelden over gaan.
Zou ik er niet eens bij stil staan denk ik.
Wat mij betreft is die uitlegging wel ergens goed voor.
guido zegt
Wat mij betreft zeggen die woorden meer over de schrijver dan over Rothko’s schilderijen.
Nic Schrijver zegt
Misschien is kunst uitleg dan toch niet mogelijk en als er dan al wat wordt uitgelegd over kunst is dat een zaak van de beschouwer waarin je al dan niet in mee kunt gaan ?
Of je nu voor of tegen kunstuitleg bent het heeft het effect dat je met kunst bezig bent. Is dat niet eigenlijk de bedoeling en daarmee kunstuitleg tòch ok ?