Door de verjaardag van zijn vervalsing te vieren, kondigt de CCP aan dat het geen enkele uitdaging van zijn autoriteit over de volgende reïncarnatie zal tolereren: die van de Dalai Lama.
Het officiële verslag van de bijeenkomst op 9 december in het Tashilhunpo-klooster in Xigaze leest als een script van geritualiseerde loyaliteit. Monniken, familieleden en ‘vertegenwoordigers van het grote publiek’ brachten plichtsgetrouw geschenken, dansten en reciteerden soetra’s. Ambtenaren van het United Front Work Department prezen Xi Jinpings oprechte verwachtingen van de Panchen Lama, terwijl de valse ‘levende Boeddha’ zelf de ‘op wetten gebaseerde beheersing’ van reïncarnatie prees. Elke zin drupte van de obsessie van de partij: reïncarnatie moet Chinees, socialistisch en centraal goedgekeurd zijn.
Dit is geen religie. Het is theater. De troonsbestijging van de jongen die in 1995 door Peking was geselecteerd – nadat de echte Panchen Lama, erkend door de Dalai Lama, was ontvoerd en verdwenen – werd nooit door de Tibetanen aanvaard. Toch blijft de partij drie decennia later volharden in het organiseren van jubilea om haar vervalsing te normaliseren.
De timing is bewust gekozen. De wereldwijd gerespecteerde Dalai Lama is inmiddels negentig jaar oud. Zijn uiteindelijke overlijden zal aanleiding geven tot de zoektocht naar zijn reïncarnatie, een proces dat in de Tibetaanse traditie als heilig wordt beschouwd. De herdenking van de Panchen Lama door Peking is een repetitie voor het hoofdprogramma: de bewering dat alleen de Communistische Partij kan beslissen wie de volgende Dalai Lama zal zijn.
De CCP houdt vol dat reïncarnaties ‘binnen het Chinese grondgebied moeten worden gezocht’, bevestigd door ‘het trekken van loten uit de gouden urn’ en ‘goedgekeurd door de centrale regering’. Met andere woorden, de partij claimt niet alleen soevereiniteit over land en volk, maar ook over de metafysische cyclus van wedergeboorte.
Dit is de groteske omkering die ten grondslag ligt aan het beleid van Peking: ‘vrijheid van godsdienst’ wordt aangevoerd om staatscontrole op reïncarnatie te rechtvaardigen. De partij houdt vol dat zij ‘de nationale eenheid en etnische solidariteit beschermt’ door te dicteren wie Tibetanen moeten aanbidden. Het is dezelfde logica die is gebruikt om Oeigoerse moslims, Falun Gong-beoefenaars en christenen van huiskerken te onderdrukken. Religie wordt alleen getolereerd als ze gedomesticeerd en gesinificeerd is en ten dienste staat van de partij.
Het stoffige ritueel van de troonsbestijging is een waarschuwingsschot. Peking bereidt de wereld voor op de dag dat het zijn eigen Dalai Lama onthult, een marionet die onder hetzelfde ‘op wetten gebaseerde bestuur’ wordt gekroond dat ook de valse Panchen Lama voortbracht. Als de internationale gemeenschap deze schijnvertoning accepteert, zal het Tibetaanse boeddhisme worden gereduceerd tot een afdeling van het Verenigd Front.
Verontwaardiging is een plicht. Maar dat is niet genoeg. De erkenning van de echte Panchen Lama, die sinds 1995 vermist is, moet centraal blijven staan in elke discussie over Tibet. Wat betreft de reïncarnatie van de Dalai Lama, moet de wereld erop aandringen dat dit een kwestie van geloof is, en geen partijbesluit.


Geef een reactie